„Werknemer over pensioen laten meepraten”
De Nederlander moet kunnen meepraten over de vraag hoeveel zekerheid hij bij zijn pensioen wil hebben. Ook moet hij kunnen aangeven welke prijs hij daarvoor wil betalen. Hiervoor moet een maatschappelijke discussie worden gevoerd.
Dat heeft het Actuarieel Genootschap (AG) donderdag bevestigd. De vereniging van actuarissen (verzekeringswiskundigen) reageert hiermee op de onrust die in Nederland is ontstaan over de vraag in welke mate werknemers na hun arbeidsleven op hun pensioen kunnen rekenen. De actuarissen voelen zich als meest betrokken specialisten aangesproken.
Het Actuarieel Genootschap stelt dat de huidige verplichting voor pensioenfondsen een minimale dekkingsgraad van 100 procent aan te houden, niet toereikend is. Als maatstaf voor zekerheid noemen ze de dekkingsgraad beperkt. Deze dekkingsgraad is het voornaamste criterium van de toezichthouder, de Pensioen- en Verzekeringskamer (PVK).
De actuarissen stellen dat in het verleden de dekkingsgraad vaker minder dan 100 procent heeft bedragen en dat een pensioen duur is. Maar zij wijzen erop dat in de afgelopen twintig jaar de economie de wind in de rug heeft gehad en Nederlanders zijn gewendgeraakt aan lage premies.
De beroepsvereniging wil dit onderwerp vooral genuanceerd benaderen. Het langetermijndoel moet altijd voor ogen blijven staan en ze waarschuwt ervoor dat pensioenfondsen door fluctuaties niet de verkeerde beslissingen nemen. Ze moeten niet te zwaar inzetten op vastrentende effecten (obligaties).
AG-bestuurslid L. Roodbol beklemtoont dat het genootschap evenmin een pasklaar antwoord heeft. „We zijn nog bezig een en ander uit te werken en doen nader onderzoek. Ook nemen we onze ideeën door met de koepels van ondernemings- en bedrijfstakpensioenfondsen.” Hij verwacht dat de maatschappelijke discussie nog zeker tot in het volgende jaar gevoerd zal worden.
Het genootschap werkt momenteel aan een nieuwe maatstaf om Nederlanders meer zekerheid over hun inkomsten op hun oude dag te geven. De actuarissen onderstrepen dat zekerheid relatief duur is. Ze vragen zich daarom af welke prijs maatschappelijk nog geaccepteerd is voor welke mate van zekerheid. De specialisten vergelijken deze vraag met „dezelfde vraag die gesteld zal zijn bij de bepaling van de hoogte van onze dijken”.
Door de fikse koersdalingen op de internationale effectenbeurzen zijn in Nederland de laatste tijd ongeveer tweehonderd van de duizend pensieonfondsen in de problemen verzeild geraakt. Het gevaar dreigt dat zij door de fors geslonken waarde van hun aandelenportefeuille niet aan alle verplichtingen kunnen voldoen. De PVK heeft inmiddels enkele pensioenfondsen gemaand via aanvullende maatregelen de zaken beter op orde te brengen.