”Verklaring voor recht”-procedure van HHK tegen PKN
APELDOORN - De advocaten van de Hersteld Hervormde Kerk hebben hun eisen in de ”verklaring voor recht”-procedure tegen de Protestantse Kerk in Nederland ingediend. Dit betekent dat er weer schot zit in de bodemprocedure, die al voor de kerkvereniging in 2004 gestart werd.
”VERKLARING VOOR RECHT”-PROCEDURE: Een zogenoemde bodemprocedure, voor 1 mei 2004 aangespannen door enkele tientallen hervormde gemeenten tegen de Nederlandse Hervormde Kerk. In die procedure vragen de gemeenten de Utrechtse rechter uit te spreken dat hervormde gemeenten die niet mee willen naar de Protestantse Kerk in Nederland, die op 1 mei 2004 ontstond, aan te wijzen als de wettige opvolgers van de hervormde gemeenten in de Nederlandse Hervormde Kerk, met behoud van naam en goederen. Bovendien vragen de gemeenten de rechter het verenigingsbesluit dat door de hervormde synode op 12 december 2003 werd genomen, onwettig te verklaren.HERVORMDE GEMEENTEN: De Protestantse Kerk in Nederland kent vier soorten gemeenten: protestantse gemeenten, hervormde gemeenten, gereformeerde kerken en lutherse gemeenten. Het blijvende bestaansrecht van deze vier soorten gemeenten is verankerd in de protestantse kerkorde. Gemeenten hoeven plaatselijk niet te fuseren. In principe kunnen de vier soorten gemeenten in één bepaalde plaats volledig los van elkaar bestaan. Omdat de PKN van mening is dat de Nederlandse Hervormde Kerk zich sinds de kerkvereniging van 1 mei voortzet in de Protestantse Kerk in Nederland, zijn de hervormde gemeenten in de PKN volgens die kerk de wettige voortzetting van de hervormde gemeenten in de Nederlandse Hervormde Kerk.
HERSTELD HERVORMDE GEMEENTEN: De Hersteld Hervormde Kerk ziet zichzelf als de wettige voortzetting van de Nederlandse Hervormde Kerk. De hervormde gemeenten -of delen van gemeenten- die op 1 mei 2004 weigerden mee te gaan in de PKN, zien zichzelf als de voortzetting van de hervormde gemeenten in de Nederlandse Hervormde Kerk. Omdat de Protestantse Kerk hervormde gemeenten kent, mogen de gemeenten in de HHK zich niet ook hervormde gemeenten noemen. Ze noemen zichzelf daarom hersteld hervormde gemeenten.
BODEMPROCEDURE: Term die gebruikt wordt om de normale procedure bij de rechtbank te onderscheiden van het kort geding.
OORSPRONKELIJKE EISERS: In de ”verklaring voor recht”-procedure zijn de oorspronkelijke eisers een aantal hervormde gemeenten in de Nederlandse Hervormde Kerk, zoals die tot 1 mei 2004 bestond.
GEVOEGDE EISERS: In de ”verklaring voor recht”-procedure zijn de gevoegde eisers die hersteld hervormde gemeenten die zich wilden voegen in de al lopende ”verklaring voor recht”-procedure en van de rechter daarvoor ook toestemming hebben gekregen.
VOEGEN: Omdat de PKN van mening is dat de hervormde gemeenten -dus ook die gemeenten die voor 1 mei de ”verklaring voor recht”-procedure begonnen- zich voortzetten in de Protestantse Kerk, hebben de hervormde gemeenten (na 1 mei 2004: hervormde gemeenten in de PKN) zich teruggetrokken uit de ”verklaring voor recht”-procedure. De hersteld hervormde gemeenten, gevormd door die gemeenteleden die voor 1 mei 2004 de ”verklaring voor recht”-procedure startten, willen echter de procedure voortzetten om een uitspraak van de rechter krijgen in deze zaak. Daarom hebben zij de rechter gevraagd zich te mogen voegen in de lopende bodemprocedure. De rechter heeft daarvoor toestemming gegeven.
TUSSENKOMST: Voeging en tussenkomst zijn twee juridische begrippen die vaak samen worden gebruikt. Betekent voeging dat partijen zich mogen voegen bij een lopende rechtszaak, tussenkomst betekent dat die gevoegde partijen ook eigen eisen (vorderingen) op tafel mogen leggen. Die eisen hebben de HHK-gemeenten nu ingediend bij de rechtbank van Utrecht.
VORDERING: Eisen die gesteld worden in een rechtszaak. In de ”verklaring voor recht”-procedure vorderen de eisers dat de rechter uitspreekt dat de kerkvereniging van 1 mei 2004 onwettig was en dat de gemeenten -of delen van gemeenten- die niet meegingen de PKN in, de wettige voortzetting zijn van de gemeenten in de Nederlandse Hervormde Kerk en dat zij de naam ”hervormde gemeente” en de goederen mogen behouden.