De Japanse slag
Het biodrankje Yakult. Met zijn darmflorabevorderende melkzuurbacteriën moet dat haast een product zijn van de huidige gezondheidscultus. Mis. Al in 1935 brouwde de Japanse arts Minoru Shirota het eerste flesje. Vandaag de dag worden er ruim 25 miljoen van gedronken. Per dag. Het merendeel buiten Japan.
Japan is overal. Zoveel wordt wel duidelijk na het lezen van ”Made in Japan” van Marcel Grauls. Nederland telt zo’n 400 Japanse firma’s. Duitsland ruim duizend. Zelfs gedurende de diepe recessie die het land van de rijzende zon in de afgelopen jaren teisterde, groeide hun aantal gestaag.In zijn onlangs verschenen boek -bij vlagen wollig en soms wel heel erg gedetailleerd- dat bol staat van wetenswaardigheden vertelt de Belgische auteur het menselijke verhaal achter dertien bekende Japanse merken. Van Nintendospelcomputers en ritssluitingen van YKK tot auto’s van Toyota.
Opvallend is dat de auteur zich bij zijn keuze van bedrijven heeft laten leiden door de bereidwilligheid van de Japanse firma’s om mee te werken aan de totstandkoming van het boek. De kans dat het bedrijfsportret romantischer wordt voorgeschoteld dan het in werkelijkheid is, wordt er daarmee niet kleiner op.
Volgens Grauls blijkt de Japanse zakenman duidelijk niet uit te blinken in het wegcijferen van zichzelf ten gunste van het collectief, een vastgeroest westers cliché over Japanners. Karakteristiek voor de succesvolle Japanse ondernemer -die niet zelden blijkt opgegroeid in bittere armoede- lijkt eerder een kapitalistische drijfveer om de wereld te veroveren met handelswaar die is gefabriceerd in zijn geliefde moederland: ”made in Japan”.
De succesverhalen in het boek van Grauls doen door hun hoge from-rags-to-richesgehalte opvallend Amerikaans aan. Als lezer zou je haast gaan denken dat je wel in behoeftige omstandigheden geboren móet zijn om in je latere leven met een goed idee en een fikse portie wilskracht en doorzettingsvermogen de wereld te veroveren.
Neem een bedrijf als Toyota. In een tijd waarin alle enigszins serieus te nemen machines nog uit Europa of Amerika stammen, neemt de straatarme Sakichi Toyoda zich voor om simpelweg betere te maken. In 1926 produceert hij zijn eerste automatische weefgetouw, zó goed dat de Engelse weefmachinegigant Platt Brothers grof geld neertelt voor zijn vinding.
Al snel raakt Toyoda er echter van overtuigd dat de auto het spectaculairste massaproduct van de twintigste eeuw wordt en hij prent zijn zoon Kiichiro in zich hierop te richten. In een vrijgemaakt hoekje van zijn vaders weefmachinefabriek laat deze door ingenieurs een kleine benzinemotor in elkaar knutselen.
In 1935 -zijn vader is inmiddels overleden- presenteert hij zijn eerste prototype van een personenauto. In januari 1955 -ook Kiichiro is inmiddels overleden- rolt de eerste in serie geproduceerde wagen van de Toyoda’s, de Crown, van de band.
Inmiddels verovert het automerk Toyota, die naam ’bekt’ beter dan Toyoda en is in tegenstelling tot de familienaam in acht (een Japans geluksgetal) penseelstreken neer te schrijven, langzaam maar zeker de mondiale markt. Hoogstwaarschijnlijk streeft het Japanse concern volgend jaar de aloude Amerikaanse reus General Motors voorbij als ’s werelds grootste autofabrikant.
Eén cliché over Japanners blijft volgens Grauls overigens wel rechtovereind: de vermaarde Japanse bescheidenheid. Succes maakt Aziatische ondernemers klaarblijkelijk niet tot onuitstaanbare personen. Een niet onbelangrijk deel van het verworven vermogen wordt afgestaan aan liefdadigheid. In Japan hebben ze daar een spreekwoord voor: volle rijstaren buigen het diepst.
Titel: ”Made in Japan. De mensen achter de grote merken”
Auteur: Marcel Grauls
Uitgeverij: Elmar, Rijswijk, 2006, ISBN 90 8556 017 2
Pagina’s: 272
Prijs: € 22,50.