„De vrome jas moet uit”
Onbekeerd blijven is niets anders dan je vrome jas voor God handhaven. „We moeten allemaal de onttroning van ons eigen ik meemaken”, zei ds. J. D. Heikamp woensdag tijdens een middag van de Balkanzending in Oldebroek. De hervormde predikant uit Vriezenveen sprak over de bekering van Saulus.
De Balkanzending steunt het werk van ds. S. Ralevic. Ds. C. L. Onderdelinden wees op de eenzaamheid waarin deze predikant zijn werk doet. „Hij wordt daar soms zo bestreden. Al het werk Gods lijkt tegengewerkt te worden. Maar Gods kinderen en knechten hebben allemaal bestrijding.” De predikant van de vrije oud gereformeerde gemeente in Oldebroek sprak over Jes. 40:31. De profeet troost de Kerk des Heeren in benauwdheid en ballingschap. „Als alle omstandigheden tegen lijken te zijn, lijkt alles hopeloos. Wie kan dan zien dat God voor ons werkt? Jesaja komt tot een wanhopig volk en zegt: Die de Heere verwachten, zullen de kracht vernieuwen. God wil Zijn volk alleen op Hem laten zien. Heeft Hij niet gezegd dat Hij zal neerzien op de armen en ellendigen?” De predikant vroeg zijn gehoor of er nog onder hen waren „die moeten zeggen dat het geloof vooral wordt beoefend in tijden van beproeving. Arme mens die alleen aardse verwachtingen heeft.”
Ds. J. Goudriaan, predikant van de vrije oud gereformeerde gemeente te Ede, sprak over de genezing van de knecht van de hoofdman te Kapernaüm. „Die hoofdman was een man waarin de Heere Zijn genade had verheerlijkt. De oudsten van het volk gaan met zijn nood tot Jezus. Ze zeggen: Hij is waardig, dat Gij hem dat doet.”
Ds. Goudriaan liet zien dat de komst van Jezus te groot was voor de hoofdman, te heerlijk. „Hij laat boodschappen het niet waardig te zijn dat Jezus onder zijn dak inkomt. Heidense hoofdman, wat ben je daar op een zoete plek. Die man heeft hoge gedachten van Christus. Zijn er nog die verlangen dat Christus een woordje tot hen spreekt? Jezus zegt van deze hoofdman: Ik zeg ulieden, Ik heb zo’n groot geloof zelfs in Israël niet gevonden. De Heere prijst Zijn eigen werk. Het komt er op aan wat de Heere van ons zegt”, aldus de Edese predikant.
Ds. J. D. Heikamp mediteerde over Hand. 9:4: het wonder van de goddelijke bekering van Saulus. „Een goddelijke bekering is altijd een wonderlijke zaak. Ze vloeit voort uit het eeuwig verkiezend welbehagen Gods. Saulus was door God uitverkoren. Aanvankelijk meende hij wederom geboren te zijn. Hoe kan een mens zich zo vergissen? Saulus wist niet dat de duivel zijn hart in bezit had. Er was een witte duivel in zijn hart. We moeten ontdekt worden dat we een afkeer hebben van God.”
Het goddelijk oog slaat de wederstrevende Saulus gade, zei ds. Heikamp. „God ziet hem gaan, een uitverkoren vat, vervuld met moord en doodslag. De Heere weet dat Hij hem te sterk zal worden. Dat is nodig voor u allemaal. God moet ingrijpen in uw leven, anders laat de duivel u voortgaan in uw beschouwingen. De man, die zo keurig leefde en alles zo goed wist, moest sterven aan zichzelf. Wij moeten de onttroning van ons eigen verdoemelijke ik meemaken.”
