PKN-synode toch akkoord met plan voor ICCO
LUNTEREN - De synode van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) heeft donderdag toch ingestemd met een voorstel voor een veel nauwere samenwerking tussen de kerkelijke hulpverleningsorganisatie Kerkinactie en de interkerkelijke organisatie ICCO.
In de ochtendvergadering bleek er felle weerstand tegen het voorliggende plan, vooral van de kant van de commissie van rapport. Die stelde het moderamen uiteindelijk voor om het hele plan van tafel te halen. Dit omdat er te veel onduidelijkheden bleven bestaan in het samenwerkingsplan.Halverwege de besprekingen kwam de commissie van rapport zelfs met een ordevoorstel waarin werd voorgesteld om de besprekingen op te schorten en die pas in april 2007 voort te zetten. Zowel H. Feenstra, directeur van de Dienstenorganisatie, als de scriba van de synode, dr. B. Plaisier, ontraadde dit ordevoorstel ten sterkste. „Het zou een ramp zijn als de besluitvorming vandaag niet door zou gaan”, aldus dr. Plaisier.
Uiteindelijk stemde slechts een minderheid van de synodeleden voor het ordevoorstel, zodat de besprekingen doorgingen en er uiteindelijk overgegaan werd tot besluitvorming. Het moderamen legde de synodeleden een gewijzigd voorstel voor waarin diverse punten uit de ingediende moties en amendementen waren verwerkt.
Zo werd de synode voorgesteld in te stemmen met een gezamenlijk programma, maar moet het al vastgestelde beleid voor de beleidsplanperiode 2005-2008 wel gewoon worden uitgevoerd. Ook werd in het besluitvoorstel opgenomen dat er uiterlijk eind 2007 een evaluatie moet komen over de samenwerking tussen Kerkinactie en ICCO.
Ook werd als besluit opgenomen dat voor het beleid van de planperiode na 2008 „het door de generale synode vast te stellen beleid uitgangspunt moet zijn.”
De synode aanvaardde het gewijzigde voorstel met twintig stemmen tegen. De volledige commissie van rapport stemde tegen het voorstel in zijn geheel.
Directeur H. Feenstra van de Dienstenorganisatie zei na de vergadering desgevraagd het jammer te vinden dat de leden van de commissie van rapport uiteindelijk tegenstemden. „Maar het ging hier om een zakelijk verschil van inzicht. Ik had het echt het allerergste gevonden als de besluitvorming was uitgesteld. Dat kun je de medewerkers in het veld gewoon niet aandoen. Daarom ben ik blij met het besluit dat er nu ligt.”
