Vaticaan heeft niets tegen ex-predikanten
ROME - Uitgetreden priesters vormen een ernstig probleem voor de Rooms-Katholieke Kerk. Een oplossing is uitgetreden predikanten welkom te heten.
Toen de Zambiaanse aartsbisschop Emmanuel Milingo eind september vier getrouwde mannen tot bisschop wijdde, trok het Vaticaan zijn schouders op. Twee dagen later volgde excommunicatie van de Afrikaanse prelaat - een automatisme voor iemand die zijn ambt misbruikt. Misschien betekende deze stap een opluchting. Na jaren van problemen met deze aartsbisschop kwam dan eindelijk een eind aan het Milingofeuilleton.De 76-jarige Afrikaan botste eerder met het Vaticaan wegens zijn gebedsgenezingen, die als niet-rooms-katholiek werden beschouwd. In 2001 verliet hij de kerk om in de Verenigingskerk van Sun Myung Moon met een Zuid-Koreaanse vrouw te trouwen. Het kostte het Vaticaan enorme moeite om Milingo te overreden terug te keren, maar na vijf jaar verliet hij de kerk alsnog om naar zijn vrouw terug te gaan.
Gevoelige snaar
Milingo heeft een gevoelige snaar geraakt. Hij zegt verdriet te hebben over de breuk. „We zijn rooms-katholieke bisschoppen en we willen niet met de gemeenschap van de kerk breken”, schrijft Milingo op zijn website, „onze zaak is belangrijk voor het overleven van de kerk.” Milingo heeft een organisatie waarmee hij naar eigen zeggen de diensten van alle 150.000 uitgetreden en getrouwde priesters ter wereld wil aanbieden aan de paus.
Het Vaticaan gaat op deze provocatie niet in - het celibaat is geen onderwerp van discussie, luidt het credo. En dat brengt Milingo, die zijn organisatie de naam ”Bisschoppenconferentie van de prelatuur Getrouwde Priesters Nu!” heeft meegegeven, dichter bij zijn doel om hoofd te worden van een afgescheiden kerk.
Davide Romano, een Italiaanse religiejournalist, ziet een ander scenario voor zich. „Milingo wil mogelijk een deel van de rooms-katholieke priesters onderbrengen bij de Moonsekte, die in onder andere Afrika nauwelijks vertegenwoordigd is.”
Milingo is mogelijk een geval apart, feit is dat priesters die uittreden geen zeldzaamheid zijn. Het bisdom Den Bosch kwam afgelopen zomer in het nieuws nadat bekend werd dat drie priesters waren uitgetreden, ogenschijnlijk wegens gewetensproblemen met het celibaat. Volgens cijfers van de Organisatie van Getrouwde Priesters zouden 150.000 geestelijken getrouwd zijn of de wens hebben hun gehuwde leven openbaar te maken (en daarmee zich verplicht voelen uit te treden, EK). Ook al zullen die cijfers wat opgeblazen zijn, dan nog blijft er een enorme vijver van priesters over die niet meer voor de Rooms-Katholieke Kerk werken, maar die dat mogelijk wel graag zouden willen.
tussenkop (u16(Gehuwde mannen
Het Vaticaan is categorisch voor het celibaat. De discussie erover is al decennia aan de gang, maar zonder werkelijke deelname van de rooms-katholieke hiërarchie. Het enige dat bespreekbaar is, zijn de zogenaamde ”viri probati”, ofwel rijpe, gehuwde mannen. Een ander weg waarvoor de Rooms-Katholieke Kerk te porren is, is uitgetreden protestantse, veelal getrouwde, voorgangers, welkom te heten. Hoewel zij niet-celibatair leven, kunnen zij volgens een bepaling in het kerkelijk recht priester worden. In het Duitse aartsbisdom München trad kort geleden een getrouwde predikant als priester tot de Rooms-Katholieke Kerk toe.
De Rooms-Katholieke Kerk profiteert van het overstappen van voorgangers van andere christelijke denominaties. Door de crisis in de Anglicaanse Kerk zouden al 4000 priesters hun kerk hebben ingeruild voor de Rooms-Katholieke Kerk.
„In dat licht is het zuur,” zegt de religie-journalist Davide Romano, „dat de Rooms-Katholieke Kerk in vooral Italië er alles aan doet om priesters die willen uittreden het moeilijk te maken.”
Roepingencrisis
Een andere tendens waarvan het Vaticaan hoopt te profiteren, is dat uitgetreden priesters op latere leeftijd weer hun priesterschap gaan uitoefenen. Opnieuw het ambt uitoefenen is niet makkelijk. Wie getrouwd is, kan alleen hersteld worden in zijn priesterschap als hij burgelijk gehuwd is en instemt met een scheiding. In het geval van ouderschap kan de priester pas het ambt weer oppakken als zijn kinderen meerderjarig zijn.
In 2000 verklaarde het hoofd van de Vaticaanse congregatie voor de clerus dat de crisis in de priesterroepingen voorbij was. Een op de vijf uitgetreden priesters zou zijn teruggekeerd in het ambt. Tussen 1969 en 1995 zijn wereldwijd 9575 priesters in het ambt hersteld. Maar daarmee wordt de roepingencrisis niet werkelijk aangepakt. Er zijn hoe dan ook weinig roepingen (met uitzondering van Afrika en Azië) en veel uittredingen.