Predikkunde gestempeld door de Heilige Geest
LEIDEN - Een preek is alleen krachtig als ze een instrument is van de Heilige Geest en als de prediker zijn uitgangspunt neemt in het gebed. Zo beschrijft drs. Jantine Nierop de visie van de Zwitserse theoloog Rudolf Bohren (1920) op de prediking. „De preek is meer dan een menselijk product. De huidige predikkunde heeft meer oog voor de geestelijke dimensie van de preek.”
Nierop (31) promoveert donderdag aan de Leidse universiteit op de ”Predigtlehre” (1971) van Rudolf Bohren, een invloedrijke Duitse theoloog op het gebied van de predikkunde (homiletiek). Zij verrichtte haar promotieonderzoek als assisent-in-opleiding in Leiden en in Duitsland, waar zij aan de Ruprecht-Karls-Universität in Heidelberg student-assistent was aan de theologische faculteit.Volgens de promovenda heeft Bohren als een van de laatste praktische theologen een homiletiek ontworpen met een expliciet theologische invalshoek. In haar proefschrift ”De gestalte van de preek in het krachtenveld van de Geest. Een studie over de vorm en de taal van de preek volgens Rudolf Bohrens ”Predigtlehre”” (uitg. eigen beheer), wordt de ”Predigtlehre” herontdekt met het oog op de vorm en de taal van de preek.
Nierop: „We moeten Bohren zien tegen de achtergrond van de dialectische theologie van Karl Barth, die twee fasen kent. In de christologische fase ontvouwt Barth de verhouding van het mensenwoord en het Woord van God in de preek naar analogie van de tweenaturenleer. In Barths pneumatologische fase is de preek het menselijk getuigenis van het Woord van God, waartoe de Heilige Geest de mens in staat stelt.”
Voor Bohren is de preek zowel een menselijk product als een goddelijk wonder. „Volgens Bohren kun je alleen over de preek spreken vanuit het perspectief van de Heilige Geest. In de huidige homiletiek is de vraag naar de vorm van de preek een hoofdthema. Tegelijk neemt de behoefte aan theologische reflectie in de homiletiek toe. In mijn proefschrift probeer ik de vraag naar de talige vormgeving van de preek vanuit een theologisch perspectief te beantwoorden.”
Het accent op het werk van de Geest in Bohrens ”Predigtlehre” ontvouwt de promovenda met behulp van de gedachten van Johann Christoph en Christoph Blumhardt en de hervormde theoloog A. A. van Ruler. „Diens concept van de theonome reciprociteit, dat wil zeggen God en mens als wederzijdse partners, speelt in Bohrens ”Predigtlehre” een sleutelrol. Dit partnerschap bestaat echter alleen op Gods initiatief en geldt ook alleen zolang als de Geest de mens tot partner maakt. De mens handelt als Zijn partner dus nooit autonoom, maar alleen bij de gratie van de inwoning van Gods Geest.”
Op deze manier is het voor Bohren mogelijk om zowel God als de mens als subject van de preek te thematiseren en daarmee een homiletiek te ontwerpen die én theologisch én praktisch is, aldus Nierop. „Volgens Bohren liggen aan de preek twee dingen ten grondslag: een Bijbeltekst en de hoorder van de preek. Bij de meditatie, die op de exegese volgt, gaat het erom de Bijbeltekst in de wereld van de hoorders te ontdekken en omgekeerd de wereld van de hoorders in de Bijbeltekst. Als dat lukt, overigens nooit zonder de hulp van de Heilige Geest, dan ontdekt de predikant hoe God in de wereld van nu tegenwoordig is.”
Hoe kan de menselijke arbeid aan de preek -in het bijzonder wat haar taal en vorm betreft- ertoe leiden dat de preek een wonder van God wordt? In aansluiting bij Miskotte beschrijft Bohren het wonder van de preek als de persoonlijke aanwezigheid van God in en door de verkondiging van Zijn Naam. „Enerzijds is God de Gans Andere, anderzijds is Hij Zelf aanwezig in de preek. Als Hij Zelf in de prediking aanwezig is, wordt niet óver de vergeving der zonde gesproken, maar vindt er vergeving der zonde plaats.”
De preek is in Bohrens optiek in eerste instantie een gebed, namelijk of God Zelf aanwezig wil zijn in de preek. „Doel van de preek is een persoonlijke ontmoeting tussen de hoorder of de gemeente en God. Deze ontmoeting heb je niet zelf in de hand, maar geschiedt als antwoord op het gebed. De theologie heeft de afgelopen tijd veel aandacht gehad voor de preek als menselijk product, nu komt er meer oog voor de theologische dimensie van de verkondiging.”
Volgens Bohren maakt slechts de komst van de Geest een preek pas echt tot een preek. „Alle aanwijzingen die hij met betrekking tot de taal en de vorm geeft, zijn bedoeld als aanwijzingen voor het gebed om de preek als wonder te mogen zien. Preekschrijven is als een dans voor Gods aangezicht, met de bedoeling om de Geest ertoe te verleiden mee te doen en de leiding te nemen.”