Op de klimaattop in Nairobi bestaat volgens De Boer nu nog grote onenigheid over de vraag of de eerste periode van het klimaatprotocol van Kyoto al dan niet in Nairobi moet worden geëvalueerd. Die evaluatie is nodig voor het maken van nieuwe afspraken over verdere beperking van de uitstoot van broeikasgassen in industrielanden en wellicht ook in ontwikkelingslanden.Op de VN-klimaattop in Kyoto werd in 1997 afgesproken dat industrielanden de uitstoot van broeikasgassen in 2012 met 5 procent omlaag gebracht moeten hebben ten opzichte van de uitstoot in 1990. Die vermindering is verre van toereikend om klimaatsverandering in de toekomst tegen te gaan. Dat zegt de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) van de VN en bijvoorbeeld ook het KNMI in De Bilt.

In Nairobi moeten volgens De Boer hoe dan ook de eerste afspraken voor de periode na 2012 worden gemaakt. „Anders stort de CO(in2(-markt in elkaar”, stelde hij maandag na zijn dagelijkse persconferentie. Hij doelt daarmee op de handel die nu bestaat in uitstootrechten voor kooldioxide; die is zinloos zodra landen niet meer verplicht zijn om hun uitstoot omlaag te brengen.

Kofi Annan spreekt woensdag, voor het eerst sinds het bestaan van het Kyotoprotocol, op de VN-klimaattop. Dan voegen zich ook een kleine honderd ministers en staatshoofden in Nairobi bij hun klimaatambtenaren, die al anderhalve week in de Keniase hoofdstad bezig zijn met het voorbereiden van besluiten.