„Ambt van diaken aan herijking toe”
DOORN - Zoals de ouderling de predikant naast zich heeft, zo zou de diaken de kerkelijk werker als vrijgestelde beroepskracht naast zich kunnen hebben.
Deze suggestie deed dr. A. Noordegraaf donderdag in Hydepark te Doorn tijdens een studiedag over de diaconale gemeente. De bijeenkomst was georganiseerd door de Gereformeerde Bond in samenwerking met het Instituut voor Gemeenteopbouw en Theologie.Dr. Noordegraaf meent dat het diakenambt aan herijking toe is. De oud-docent praktische theologie aan de hervormde kerkelijke opleiding in Utrecht verwees naar de vroegchristelijke gemeente, waar men niet alleen over liefde sprak, maar die ook in praktijk bracht in een harde en vaak onbarmhartige wereld. „Pastoraat en diaconaat, hulp metterdaad en het troostrijke Woord moeten nauw met elkaar verbonden zijn. Onder ons zijn die terreinen helaas vaak al te zeer gescheiden.”
Concreet noemde hij de notie van gastvrijheid en herbergzaamheid rond de maaltijd. Daaraan voegde hij toe het geven van hulp aan vluchtelingen, asielzoekers, vreemdelingen, verslaafden, gevangenen, jongeren die het spoor bijster zijn, alleenstaanden, terminale patiënten en mensen die beneden het bestaansminimum leven.
In dit verband pleitte hij ervoor de kerkelijk werker te laten fungeren als trekker van de diaconie om de gemeente te leiden en toe te rusten tot een hechte gemeenschap in geloof, hoop en liefde. Als werkveld van de kerkelijk werker denkt hij behalve aan het diaconaal werk onder andere aan jeugdwerk, pastoraat in tehuizen, de zorg voor kleine gemeenten en toerustingswerk.
Het gaat dr. Noordegraaf om het begrip diaconia (dienst) in de brede zin van het woord, zoals de Australische exegeet Collins het bedoelt. Volgens hem is het niet heilzaam als er rond de kerkelijk werker een belangenstrijd ontstaat.
Dr. Noordegraaf wil de taak van de diakenen niet uitbreiden tot dienstbaarheid aan de wereld in de zin van medemenselijkheid. „We moeten niet scheiden wat God samenvoegt en Woord en daad bijeenhouden. Een verzelfstandigd dienstbetoon dat opgaat in sociale zorg en maatschappelijke ondersteuning kan snel in de kramp van wetticisme en activisme terechtkomen.”
De Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO), die per 1 januari wordt ingevoerd, geeft een mogelijkheid voor een waakzaam pastoraat. „De nieuwe wet biedt diaconieën en gemeenten de kans om te laten zien wat ze drijft: de barmhartigheid van de Heere.” De kerk is echter niet geroepen de gaten te vullen die de overheid laat ontstaan door een liberaal beleid. Het blijft de taak van de overheid om sociale gerechtigheid te betrachten, aldus dr. Noordegraaf, die hierbij verwees naar Romeinen 13.
De andere spreker van de middag, ds. A. A. Floor, hervormd predikant te Elburg, zag eveneens nieuwe kansen door de komst van de WMO. De kerk zou „sociaal dienend” kunnen zijn voor hen die buitenstaan, aldus ds. Floor. Hij had zelf contact opgenomen met een wethouder uit zijn woonplaats, wat resulteerde in een uitnodiging van de burgerlijke gemeente voor een gesprek. Daarna was hij in de gelegenheid om in kringen van overleg tussen kerk en overheid een lezing te houden over de WMO. In die lezing ging hij uit van de geschiedenis van het diaconaat en deed hij de overheid ideeën aan de hand over hoe de kerk zou kunnen helpen. De predikant stelde voor dat kerken gezamenlijk initiatieven nemen op dit gebied.
De Elburger predikant was het met dr. Noordegraaf eens dat het diaconale werk niet los mag staan van „de dienst der verzoening.” Hij noemde als een van de taken van de diakenen het „spreken van troostvolle woorden uit de Schrift.” Het is belangrijk om naar een juist evenwicht tussen woord en daad te zoeken. „Er moet aandacht zijn voor het werk van de Heilige Geest Die zorgt voor momenten waarop je moet inspringen.”
Na de lezingen waren er zeven verschillende workshops. Een daarvan werd geleid door K. G. J. Kats, burgemeester van de Zuid-Hollandse gemeente Liesveld, die inging op de taak van de diaconie in een verzorgingsstaat. Kats is niet negatief over de WMO. Volgens hem biedt de wet mogelijkheden voor de kerken om hun geluid te laten horen. Ook hij pleitte ervoor de kerken een gezamenlijk platform te laten organiseren en aan de burgerlijke gemeente duidelijk te maken wat de mogelijkheden zijn. Voor de kerken ziet hij -in lijn met uitspraken van minister De Geus- vooral een op het individu gerichte sociale functie.