Helft meer energieverbruik in 2030
DEN HAAG (ANP) – Het internationaal energiebureau IEA voorspelt dat het energiegebruik in 2030 met ruim de helft gestegen is ten opzichte van 2005. De toename komt voor meer dan twee derde voor rekening van de sterk groeiende economieën in China en India. Het IEA bepleit een alternatief scenario, waaronder besparing, kernenergie en biomassa de belangrijkste pijlers zijn.
„Het besef van urgentie is nu groter dan ooit. Het ziet er niet florissant uit als er niets verandert", zei IEA–directeur Noé van Hulst dinsdag bij de presentatie van de World Energy Outlook 2006, een jaarlijks rapport over de toekomst van energie.De uitstoot van koolstofdioxide (CO2) neemt tot 2030 met meer dan de helft toe. China verdringt al voor 2010 de Verenigde Staten als grootste CO2–uitstoter, constateert het IEA. Het toenemende brandstofgebruik komt voor de helft voor rekening van stroomopwekking, slechts een vijfde gaat naar de groei van het gemotoriseerd verkeer. „We zien tot onze grote schrik dat kolen veel sterker groeien in China en India". Kolen zijn goedkoop, maar bij verbranding ervan komt er veel CO2 vrij.
In het alternatieve scenario van het IEA zal de wereldwijde energiebehoefte in 2030 zo’n 10 procent lager liggen dan zonder ingrijpen. Dat komt overeen met het huidige energieverbruik van een land als China. De CO2–uitstoot zal 16 procent minder zijn. Maar overheden moeten een actievere rol spelen in het bevorderen van alternatieve energie. „Er zijn formidabele horden te nemen bij de uitvoering van het alternatieve scenario. Er is veel politieke wil voor nodig", schrijft het IEA.
Energiebesparing is iets waar overheden vandaag al mee kunnen beginnen, benadrukte Van Hulst. Voor elke dollar die wordt geïnvesteerd in energiebesparende elektrische apparatuur wordt 2 dollar aan investeringen in stroomproductie en transport bespaard. „We moeten op termijn stoppen met het gebruik van normale gloeilampen. Er zijn geen pijnloze maatregelen, we moeten durven door te pakken", zei Van Hulst. Ook moeten de Europese overheden volgens hem energieverslindende apparatuur hard aanpakken.
Naast besparing bieden kernenergie en biobrandstoffen uitkomst in de beperking van het gebruik van fossiele brandstoffen als olie en gas. Maar de productie van biobrandstoffen, zoals bio–ethanol, gaat ten koste van landbouwgrond voor de voedselproductie. Bovendien moet biobrandstof in veel landen worden gesubsidieerd, bijvoorbeeld door accijnsvrijstelling, om het aantrekkelijk te maken. In een alternatief scenario kan biobrandstof 7 procent van het benzine– en dieselgebruik vervangen.
Investeren in kernenergie is volgens Van Hulst onvermijdelijk. De liberalisering van de energiemarkten in Europa en de VS heeft het nadeel dat miljardeninvesteringen in nieuwe kerncentrales uitblijven. Daarom moet de overheid bijspringen bij de bouw van kerncentrales, constateert het IEA. Als er niets gebeurt neem het aandeel van kernenergie de komende jaren af als gevolg van sluiting van verouderde centrales.
Volgens de IEA is de toename van investeringen door de oliemaatschappijen in de afgelopen jaren een illusie. De oliesector kampt met sterk stijgende kosten bij de zoektocht naar olie. Voor apparatuur en personeel moet fors meer worden betaald, waardoor van een reële stijging van investeringen geen sprake is. „Er is grote zorg over het risico van onderinvestering".
Het olieverbruik zal in 2030 zijn opgelopen tot 116 miljoen vaten per dag tegen 84 miljoen nu. Het afgelopen jaar lag de olieprijs drie tot vier maal hoger dan in 2002, maar de vraag leed hier nauwelijks onder. Het IEA verwacht dat de olieprijs in de komende decennia oploopt als gevolg van de achterblijvende investeringen in de sector.
Van Hulst verwacht dat de zesentwintig bij het IEA aangesloten landen de tijd nu rijp achten om maatregelen te nemen.