Ahold stelt ambitie naar beneden bij
AMSTERDAM - Ahold wilde de grootste zijn. De overname van US Foodservice in 2000 paste in die strategie. Boekhoudfraude bij de Amerikaanse dochter bracht de grootgrutter echter aan de rand van de afgrond. Nu Ahold na lang tobben de groothandel in de etalage zet, kan de ambitie om een wereldspeler te zijn ook definitief de prullenbak in.
„We volgen de magen van de consument van hun huis naar de restaurants.” Met die woorden kondigt toenmalig bestuursvoorzitter Cees van der Hoeven in 1999 de aankoop van US Foodservice aan. De flamboyante topman -beleggers eten uit zijn hand- ziet de overname als onderdeel van zijn strategie om Ahold tot een grote wereldspeler uit te laten groeien. Grootheidswaanzin, zo blijkt later.Analisten plaatsen vrijwel meteen vraagtekens bij de transactie van 3,6 miljard euro. Immers, US Foodservice is een groothandel, geen supermarkt. Het bedrijf levert aan horecaketens, fabrieken en ziekenhuizen. Een totaal andere branche, zeggen kenners. Van der Hoeven erkent dat zijn prooi een halfjaar eerder nog niet op zijn lijstje stond, maar de „synergievoordelen zijn onmiskenbaar.”
Intern zijn er ook zorgen. Zo staat in september de gebrekkige interne controle al op de agenda van de raad van commissarissen. Voorzitter Henny de Ruiter bagatelliseert de problemen. Er deugen altijd dingen niet, zo luidt zijn verklaring.
Toch blijken deze berichten de eerste ritselingen van de grootschalige fraude die in februari 2003 aan de oppervlakte komt. De boekhouding deugt van geen kant. Inkoopkortingen worden wel in de boeken verwerkt, maar niet ontvangen. Daarmee kan US Foodservice de winst hoger voorstellen dan in werkelijkheid het geval is. Totale schade: ongeveer 1 miljard dollar.
Tegelijkertijd moet Ahold het omzetcijfer corrigeren, omdat de opbrengsten van andere dochters ten onrechte zijn meegeteld. De beurskoers stort in met 63 procent. De grootgrutter wankelt. Banken schieten te hulp en zorgen voor aanvullende financiering. Topman Van der Hoeven en zijn financiële rechterhand Michiel Meurs verdwijnen van het toneel.
De Zweed Anders Moberg mag puin ruimen. Hij vervangt de top van US Foodservice en geeft het onderdeel vervolgens de tijd om zich te bewijzen. Ondanks personeelsreducties en opsplitsingen blijft het kwakkelen. Directeur Lawrence Benjamin laat eind 2005 weten dat het nog vier jaar zal duren voordat US Foodservice het gat met de concurrentie kan dichten. Inmiddels schrijft het onderdeel weer zwarte cijfers.
Analisten blijven ondertussen commentaar leveren op de slechte onderlinge samenwerking van de diverse ketens. Het zijn allemaal losstaande formules waar weinig samenhang in zit, zo luidt de kritiek.
Dan maakt Ahold bekend al zijn activiteiten tegen het licht te gaan houden. Albert Heijnvoorman Dick Boer, financieel directeur John Rishton en Foodservicetopman Benjamin buigen zich over de „strategische heroriëntatie.”
De geruchten over verkoop van US Foodservice zwellen aan. Verkoop zou passen in de strategie om op termijn samen te gaan met de Belgische keten Delhaize. Op dit moment is Ahold daarvoor eigenlijk een maatje te groot. Door het afstoten van de Amerikaanse dochter zou de omzet met een derde krimpen.
Ondertussen gaan aandeelhouders zich roeren. De hedgefunds Centaurus en Paulson, samen goed voor 6,4 procent van de aandelen, dringen aan op de verkoop van alle Amerikaanse activiteiten. Het duo denkt dat Ahold in delen meer waard is dan als een geheel.
Ahold erkent nu dat US Foodservice een vreemde eend in de bijt is. „We hebben duidelijk gekozen voor retail, dat is het hart van ons concern”, aldus Dick Boer, hoogste baas van Albert Heijn en sinds gisteren verantwoordelijk voor alle Europese ketens. „Eigenlijk gaan we terug naar het Ahold van de jaren negentig.”
Oftewel, de ambitie van Van der Hoeven om een wereldspeler te worden kan nu definitief de prullenbak in. Ahold is eenvoudigweg weer kruidenier. Met het recept van Albert Heijn als krachtig wapen. Dat wel.