„Catechismus niet bijwerken”
EDE - „Het is niet nodig om de Heidelbergse Catechismus bij te werken. Misschien zijn er over dertig jaar heel andere zaken aan de orde en dan zou de bijgewerkte versie best eens achterhaald kunnen zijn.”
Dat bracht ds. G. van Roekel, christelijk gereformeerd predikant te Putten, zaterdag naar voren tijdens de bondsdag van de Bond van Christelijke Gereformeerde mannenverenigingen. Die werd gehouden in de Tabernakel in Ede.Ds. Van Roekel noemde de Heidelbergse Catechismus een veilige ankerplaats voor kerk en theologie in onrustige tijden. „Door de Heidelbergse Catechismus worden mensen bevrijd van de dynamiek van het postmoderne leven. In deze tijden van onrust voert de catechismus terug naar de eenvoud van het Evangelie. Het houvast van de mens ligt buiten hem.”
De predikant bestempelde de catechismus ook als een ijkpunt om nieuwe opvattingen en ontwikkelingen te toetsen. Hij noemde het gevaar van de emotiecultuur dat mensen van deze tijd bedreigt. „Het gevoel doet wel mee, maar het is niet normatief.”
Een ander gevaar van deze tijd is volgens de predikant het al te vriendelijke en vaderlijke Godsbeeld dat veel mensen hebben. „De catechismus leert evenwichtig te denken. God is een liefdevol Vader, maar daarnaast is er de radicale zondeleer. De Vader van de Heere Jezus Christus is ook de heilige God Die de schuldige mens tot verantwoording roept.”
De catechismus bepaalt de kerk bij de hoofdzaken van het Evangelie en bewaart voor een overmatige aandacht voor eigentijdse vragen, aldus de Puttense predikant. „De catechismus leert ons dieper steken dan de waan van de dag.”
Ds. Van Roekel vindt dat er aan de catechismus geen recht gedaan wordt als tijdens de prediking alleen maar de oude antwoorden worden herhaald. „De regelmatige catechismusprediking biedt genoeg mogelijkheden om vanuit de Schrift op eigentijdse vragen in te gaan. Tegelijk bewaart de regelmatige catechismusprediking ons voor overmatige aandacht voor eigentijdse vragen, omdat hij ons bewaart bij de hoofdzaken van het Evangelie: het geloof, het gebod en het gebed.”
De predikant brak ook een lans voor het ter sprake brengen van de catechismus tijdens de catechisaties, al begreep hij goed dat de huidige pedagogiek gebruikmaakt van andere middelen dan vroeger. Daarom bepleitte hij een gevarieerd gebruik. Tijdens de belijdeniscatechisaties laat hij zelf de vragen/antwoorden 1, 7 en 23 leren.
Tijdens de vragenbespreking keerde ds. Van Roekel zich tegen het bewerken van de Heidelberger. Vraag 80 (over de paapse mis) hoeft er van hem niet uit. Het is wel van belang om tijdens de leerdienst aandacht te besteden aan de actuele rooms-katholieke leer. Het is ook niet nodig om allerlei actuele zaken als Israël, zending en gemeenteopbouw in de belijdenis op te nemen, omdat men daar mogelijk over dertig jaar anders over denkt. „Er zijn genoeg aanknopingspunten in de catechismus om over deze zaken te spreken.”
De plaatselijke christelijke gereformeerde predikant, ds. J. van Amstel, zei in zijn slotwoord: „Blijf bij de Heidelberger, dan blijf je bij de Heilige Schrift. Een predikant onthoudt de gemeente veel als er geen geregelde catechismusprediking is.”