Zij worden niet blindelings tot deze staat van heerlijkheid gebracht, maar zij leren die reeds in dit tegenwoordige leven door oefeningen van het geloof in de persoon en in het werk van Christus. Hij is in zijn goddelijke en menselijke natuur het volmaakte voorbeeld van die gezondheid die Zijn volk eens ontvangt.Deze heerlijkheid blijft hier voor het volk van God niet geheel bedekt, al blijft er wel veel verborgen. „Hetgeen het oog niet heeft gezien en het oor niet heeft gehoord… hetgeen God bereid heeft dien, die hem lief hebben.”

Het gevolg hiervan is dat de zielen van Gods kinderen nooit ophouden naar die volmaaktheid te hijgen, totdat ze die bereikt hebben.

Doch het vervolg is dat Jezus Christus voortzet met de zondaar nog diepere indrukken van de plagen van zijn hart te geven en hem te openbaren dat er nog grotere schatten en meerdere kracht in Hem te vinden is. Die wil Hij hun meedelen.

Christopher Love, predikant te Londen (”Al de werken”, 1659)