Dat zei R. Geesink, hoogleraar orthopedie en voorzitter van de Nederlandse Orthopaedische Vereniging (NOV), vrijdag. Hij wil niet ingaan op de vreemde botbreuken die bij baby’s in ziekenhuizen in Tilburg en Amsterdam zijn aangetroffen, maar kan wel iets in het algemeen zeggen over botbreuken bij zeer jonge kinderen.„Het komt voor dat kinderen iets breken tijdens de bevalling”, stelt Geesink. „De botten bestaan voornamelijk uit kraakbeen en dat is zachter dan gewoon bot. Als een kind raar in de baarmoeder ligt, kan het dus zijn dat een sleutelbeen of een armpje breekt als het ter wereld komt.”

Artsen of ouders ontdekken dit dan meestal één of twee dagen na de geboorte. „Een kind kan dan zijn armpje bijvoorbeeld niet goed gebruiken. Of artsen merken het op omdat ze extra alert zijn na een zware bevalling.” Het is niet altijd mogelijk om de breuk op een röntgenfoto te zien. „Dat komt ook weer door het kraakbeen”, zegt Geesink.

Treffen artsen bij een zeer jong kind langer dan een aantal dagen na de geboorte de breuk aan, dan is die waarschijnlijk niet veroorzaakt door de bevalling, concludeert Geesink.

Jaarlijks worden gemiddeld 460 kinderen van nog geen jaar behandeld voor een fractuur, blijkt uit cijfers van de stichting Consument en Veiligheid. Niet al die botbreuken zijn ontstaan tijdens of vlak na de geboorte. Kinderen die in het ziekenhuis een breuk oplopen, gaan namelijk niet naar de spoedeisende hulp.

De kinderen van nul jaar breken vooral een bot in hun schouder, arm of hand (52 procent). Ook heupen, voeten en benen breken veel (34 procent). Breuken aan het hoofd, de hals, nek, romp en wervels komen minder vaak voor (14 procent).