Het verzoek om een onderzoek te laten instellen kwam van een kinderrechtenorganisatie die meent dat de traditie in strijd is met de Nepalese wet.De levende godin, ”kumari” geheten, wordt door zowel hindoes als boeddhisten vereerd en woont in een vorstelijke tempel in het centrum van de hoofdstad Kathmandu. Ze wordt uitverkoren uit een groep 3- tot 4-jarige meisjes die allerlei tests ondergaan, zoals een nacht doorbrengen te midden van hoofden van ritueel geslachte geiten en buffels.

Ze leidt haar leven in afzondering en heeft slechts een select aantal speelmaatjes. Bedienden dragen haar overal naartoe. De buitenwereld ziet ze slechts een paar maal per jaar, als ze wordt rondgereden door de hoofdstad in een rijtuig dat wordt voortgetrokken door aanbidders.

De levende godinnen behouden hun titel gewoonlijk tot hun eerste menstruatie. Een levende godin zou worden herkend aan het feit dat ze geen littekens of wondjes heeft, niet bang is in het donker en een perfecte huid, ogen en tanden heeft.