Dat concludeert de Nationale ombudsman Alex Brenninkmeijer dinsdag na een onderzoek. Hij wijst erop dat het departement in 2003 te vroeg sprak over een koninklijke onderscheiding voor Spijkers, omdat het toen alleen nog maar ging om een intern voorstel. Ook is er herhaaldelijk een verkeerd beeld gegeven over de termijn waarbinnen informatie over de Defensiemedewerker uit de systemen van het ministerie zou zijn gewist.Spijkers was maatschappelijker werker bij Defensie toen hij nabestaanden moest vertellen dat munitiespecialist Rob Ovaa was omgekomen bij een incident met een omstreden mijn van het type AP–23. Spijkers moest de weduwe vertellen dat haar man was omgekomen door diens eigen schuld, maar hij weigerde dat. Sindsdien raakten Spijkers en Defensie met elkaar in conflict.

In 2002 werd een overeenkomst getekend waarin acht afspraken waren vastgelegd, onder meer over excuses, financiële compensatie, vergoeding van kosten van advocaten en artsen en voordracht voor een koninklijke onderscheiding. Er bleven echter problemen, wat de ombudsman er toe bracht zelf onderzoek te doen.

Dat de strijdbijl nog niet begraven is, bleek vorige week weer toen journalist Alexander Nijeboer zijn boek Een man tegen de Staat presenteerde. In deze reconstructie van de zaak–Spijkers wordt gesteld dat bewindslieden van Defensie de Tweede Kamer 49 keer hebben misleid over de kwestie. „Puur fascistoïde gedrag op basis van macht. Daar gaat dit boek over", liet Spijkers zelf vrijdag in een verklaring weten.

Staatssecretaris Van der Knaap (Defensie) ziet in de conclusies van de ombudsman „de bevestiging" dat de overeenkomst met Spijkers „op de juist wijze is uitgevoerd". Wat hem betreft kan het dossiers–Spijkers worden gesloten.

Vakcentrale FNV is juist teleurgesteld in het onderzoek van de ombudsman. FNV–voorzitter Agnes Jongerius vindt het vreemd dat geconcludeerd wordt dat de financiële afhandeling behoorlijk is, terwijl volgens haar Spijkers nog steeds moet knokken om elke cent.

„Maar het belangrijkste vind ik dat in deze zaak het parlement in 49 gevallen verkeerd is ingelicht". Jongerius bepleit een diepgaand onderzoek.