Opinie

Plasregen

Natuurlijk lag Luthers verdienste in het reformeren van de leer. De 95 stellingen keerden zich tegen de aflaat: het voor geld kwijtschelden van zowel kerkelijke straffen als de tijdelijke vergelding in het vagevuur. Maar de reformator uit Wittenberg richtte zich ook op maatschappelijke vraagstukken en op hervorming van het dagelijks leven van leken en ambtsdragers.

31 October 2006 11:27Gewijzigd op 14 November 2020 04:14

Het ging en gaat daarbij om de overtuiging van het hart. Wie zichzelf als reformatorisch betitelt, mag niet genoeg hebben aan de goed ogende, degelijke buitenkant. Hoewel die niet onbelangrijk is. Herdenkingsbijeenkomsten zouden vandaag niet moeten blijven steken in een mooi historisch verhaal of een zuiver uitgelegde geloofsleer. Wie zo de Reformatie herdenkt, mist de kern van de zaak.Innerlijke vernieuwing manifesteert zich en wordt zichtbaar in alle maatschappelijke relaties. In het gezin, maar ook op de werkvloer. Menigeen richt misschien een verwijtend oog naar de boze wereld. Naar de mensen die het christelijk geloof vaarwel zegden. Maar hervorming begint in de kerk. Juist in de zogeheten reformatorische gezindte met al haar organisaties valt veel te reformeren.

Herdenkingsredenaars houden hun gehoor vaak voor dat God Zijn kerk in stand houdt. Dat zal waar zijn. „Beef, satan! Hij die ons geleidt zal u de vaan doen strijken!” Maar wie uitsluitend op de buitenkant van vrome woorden blijft staren, loopt gevaar de bittere realiteit te vergeten. In Luthers tijd was het geloof aan één almachtige God, globaal gesproken, nog gemeengoed. Maar het getij blijkt verlopen.

De wrange werkelijkheid anno 2006 is dat binnen de heersende cultuur steeds minder aandacht bestaat voor de ene, almachtige God. Een aantal jaren geleden schreef columnist Ronald Plasterk: „Zodra je aan de orthodoxie gaat rammelen, glij je met een niet te stoppen vaart de kerk uit.” Zo iemand belandt, schreef de hoogleraar, „in het atheïsme, of het ietsisme.” Dat is volop aan de orde in West-Europa.

In september voorspelde het Sociaal en Cultureel Planbureau dat in 2020 niet minder dan 72 procent van de Nederlanders buitenkerkelijk zal zijn. Maar de islam groeit. Zo ging dat ook in Klein-Azië en in Noord-Afrika. God houdt, mondiaal gezien, Zijn kerk in stand. Maar regionaal kan er heel wat teloorgaan. Ook kerken en christelijke organisaties.

Luther had oog voor zulke gevaren. Hij schreef in 1524 een bericht ”Aan de raadsheren van alle steden in Duitsland”. Daarin bepleitte hij onder andere het oprichten van scholen. Want „het Evangelie kan niet verstaan worden door mensen, die niets weten.” Maar Luther bleek ook bereid de les te leren van de historie. Het geschrift bevat een treffende passage die voor de actuele cultuur relevant is.

„Koop nu de markt voor de deur is. Vergader terwijl de zon schijnt en het goed weer is. Gebruik Gods Woord en Gods genade nu ze aanwezig zijn. Want dit moet u weten: Gods Woord en genade is als een voorbijtrekkende plasregen, die niet wederkeert waar hij eenmaal geweest is. Hij is bij de Joden geweest, maar weg is weg, nu hebben ze niets. Paulus bracht hem in Griekenland, maar weg is weg, nu hebben ze daar de Turken. En gij, Duitsers, moet niet denken dat ge hem ook eeuwig hebben zult, want ondankbaarheid en verachting zullen hem ook bij u niet doen blijven.”

Het is goed om stil te staan bij deze boodschap van Luther, nu kerk en christenheid zich in West-Europa in een steeds meer aangevochten positie bevinden. De reformator zong van een vijand die „als kaf zal verdwijnen.” Maar hij wist ook van het „delf vrouw en kind’ren ’t graf.” Dat valt gemakkelijker te zingen dan te ervaren. En het is juist in zo’n situatie niet genoeg als de Reformatie alleen aan de buitenkant zit. Heb oog voor het voorbijtrekken van de plasregen.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer