Lessen van twee Bijbelse reformatoren
ELBURG - „Staat in de kerken van de Reformatie de levende verkondiging van Gods Woord niet onder grote druk?” Dat vroeg ds. M. A. Kempeneers zich maandagavond in Elburg af tijdens een van de tientallen herdenkingsdiensten die rond Hervormingsdag in Nederland worden gehouden.
De christelijke gereformeerde predikant uit Elburg ging samen met de hersteld hervormde ds. L. M. Jongejan uit Oldebroek voor. Sprak de eerste over Hizkia als reformator uit het Oude Testament, de tweede mediteerde over Matthéüs als reformator uit het Nieuwe Testament.Hizkia vernietigde in 2 Koningen 18:4 de koperen slang van Mozes. Ds. Kempeneers: „De Israëlieten gingen die koperen slang aanbidden en goddelijke eer bewijzen. De door God gegeven slang ging daardoor tussen Hem en het volk instaan. Dat ging duidelijk in tegen het tweede gebod. Daarom moest Hizkia die kunstschat van 700 jaar oud verbrijzelen, om te tonen dat er niets goddelijks in hem was.”
Ook Rome heeft dat gebod misvormd door onder meer de heiligenverering, stelde de Elburgse predikant. „Maar alleen Gods Woord moet verkondigd en beluisterd worden. Waarom gebruiken sommige reformatorische kerken dan audiovisuele middelen in de dienst? Dat verdringt alleen maar het Woord.
De doodstaat van de mens is niet met beelden te verduidelijken. Daar is de Geest der uitbranding voor nodig. De wond van de zonde moet worden opengelegd, voordat een door de oude slang gebeten zondaar leert zien op de verhoogde Christus.”
Past Matthéüs wel in het rijtje van reformatoren als Luther, Calvijn en Zwingli, zo begon ds. Jongejan zijn toespraak over Matthéüs 9:9 en 10. „We lezen niet één woord van deze discipel. Hij heeft op de achtergrond gearbeid, maar als een echte reformator met geen andere begeerte dan om zijn eigen volksgenoten erop te wijzen dat de Heere was gekomen om zondaren tot bekering te roepen.”
Matthéüs werd in het tolhuis geroepen als een volkomen goddeloze, stelde de Oldebroekse predikant. „Laten we dat als gereformeerde gezindte vasthouden en niet rooms worden door Wet en Evangelie te vermengen, en te stellen dat God alleen ernstige of vrome mensen roept.
Maar zijn er hier doelmissers? Voor zulke mensen is Christus gekomen. Hij sprak slechts twee woorden tegen Matthéüs: „Volg Mij.” Ik vraag vanavond niet hoe vroom u bent, of welk rijtje voorkeurspredikanten u heeft en welke toestanden u al hebt beleefd. De scheidslijn valt bij de vraag: Wat dunkt u van deze Christus?”