Genezing
Onder het schepsel in onze tekst verstaat de apostel die schepselen of creaturen die door de zondeval schade hebben geleden en door Hem weer zullen worden opgericht. Ik bedoel hier de hemel en de aarde en alle andere schepselen die de Heere tot nut van de mens heeft geschapen.De voornaamste boosheid van de duivel is om God aan te tasten met een onverzoenlijke haat. Maar omdat hij dat niet kan, zo wendt hij zich tot de mens om die aan te tasten. De mens als pronkjuweel van Gods schepping. Doch ook hierin is de satan beperkt, omdat God de mens omtuind heeft. In zijn woede gaat de duivel tot de zielloze schepselen om die te verderven, om zodoende, indien het hem mogelijk was, God aan te tasten. Maar de Heere is machtiger dan het woeden van de duivel. Hij zal wat de duivel heeft mismaakt weer oprichten tot een nieuw bewijs van Zijn heerlijkheid. Zo zal het schepsel vrijgemaakt worden van de dienstbaarheid van het verderf. Gezegend is de Heere, onze God, die de duivel en zijn aanslagen overtreft. De Heere zal de mens die door de duivel was verwond genezen en zal Zijn heerlijkheid in hem veel heerlijker zetten dan zij tevoren was. De zielloze schepselen zal Hij weder oprichten. De Heere zal Zijn verwonde kinderen genezen en zal ten laatste de duivel werpen in de hel.
William Cowper, predikant te Perth (Al de werken, 1650)