„Catechese nodig over leven na dood”
UTRECHT - De uitkomst van het Kaskionderzoek dat rooms-katholieken minder vaak geloven in een leven na de dood dan protestanten, roept de vraag op of rooms-katholieken vrijzinniger zijn. De catechese verdient prioriteit.
Dat zei kardinaal A. Simonis, aartsbisschop van Utrecht en voorzitter van de Nederlandse bisschoppenconferentie, zaterdag in een reactie op de uitkomsten van het onderzoek over leven na de dood. Het onderzoek, dat is gehouden in opdracht van het tv-programma Kruispunt, werd in de aula van de rooms-katholieke begraafplaats Sint Barbara te Utrecht gepresenteerd. Het is door bureau Kaski onder ruim 1100 Nederlanders uitgevoerd.De cijfers geven aan dat twee op de vijf Nederlanders (40 procent) geloven in een leven na de dood. De uitkomsten zijn in lijn met een SCP-onderzoek uit 2002. In vergelijking met het onderzoek ”God in Nederland” uit 1996 is niet alleen het geloof in een leven na de dood iets afgenomen, maar ook het aantal respondenten dat met „nee” antwoordt.
Een opvallend gegeven is dat geloof in een leven na de dood meer voorkomt bij protestanten dan bij rooms-katholieken. Zo’n 39 procent van de rooms-katholieken gelooft hierin, tegen 63 procent van de leden van de PKN en 88 procent van de overige protestantse kerken. Het percentage twijfelaars in de Rooms-Katholieke Kerk is veel groter dan in de protestantse kerken, namelijk 44 procent.
Simonis vindt het opvallend dat het geloof in reïncarnatie weinig is aangeslagen in Nederland. Slechts 8 procent van degenen die geloven in een leven na de dood, gelooft in reïncarnatie. Hij toonde zich verheugd dat het geloof in het leven na de dood niet minder is geworden en onder jongeren zelfs groter is dan onder ouderen. Dat alles is volgens de aartsbisschop een reden tot gesprek.
Het onderzoek geeft verder aan dat 44 procent van de jongeren gelooft in een leven na dit leven. Voor ouderen boven de vijftig liggen de percentages onder de veertig. Een andere uitkomst is dat naar verhouding meer vrouwen geloven in een leven na de dood. Bij vrouwen gaat het vooral om weerzien van familie, voortbestaan van geest en ziel, en reïncarnatie.
Simonis onderstreepte dat het geloof in een leven na de dood niet vanzelfsprekend is. „De deur naar de hemel staat niet automatisch open.” De kardinaal ziet de hemel niet als een grote reünie of als een doorstart van dit aardse leven, maar als iets van een andere dimensie, waar mensen bij God de Vader zullen zijn opgenomen en waar geen tijd en ruimte meer bestaat. Het beeld van het paradijs spreekt hem het meest aan: „Een prachtige tuin in volledige harmonie op een stralende lentemorgen.”
Tegelijk met de presentatie van het Kaskionderzoek vond de presentatie plaats van het rooms-katholieke magazine Licht aan de horizon, dat gaat over het leven na de dood.