Beleggingspolis raakt uit de gratie
Razend populair waren ze tot voor kort: beleggingspolissen. Langzaam maar zeker blijkt dat deze financiële constructies complex, ondoorzichtig en vooral duur zijn. De consument mag weer eens op de blaren zitten.
Wie heeft er tegenwoordig geen beleggingsverzekeringshypotheek? Honderdduizenden Nederlanders in ieder geval wel. Het product is een combinatie van een hypotheek en dikwijls ook een levensverzekering op basis van aandelen. De stortingen in de verzekering moeten op termijn zorgen voor een kapitaal waarmee aan het einde van de looptijd de hypotheekschuld kan worden afgelost.Financieel adviseurs verkopen deze constructies graag, ze strijken een forse provisie op. Bovendien laat de consument zich gemakkelijk verleiden door de voorgespiegelde winsten. In alle voorzichtigheid mag een huizenbezitter uitgaan van 8 procent aandelenrendement, zo luidt de verkooppraat. Dat is hoger dan de rente op een spaarpolis, waardoor de maandlasten lager kunnen uitvallen. Bovendien is het beleggingstegoed als zogeheten kapitaalverzekering eigen woning (kew) in veel gevallen vrijgesteld van de vermogensrendementsheffing.
Toch ligt de beleggingspolis onder vuur. Uit onderzoek van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) blijkt dat de producten complex, ondoorzichtig en duur zijn. Bovendien schort het aan goede informatieverstrekking. Van de periodieke stortingen blijft een substantieel deel aan de strijkstok van verzekeraar en tussenpersoon hangen. Inmiddels luiden ook de Vereniging Eigen Huis en de Consumentenbond de noodklok.
Minister Zalm noemt de uitkomsten van het AFM-onderzoek „zorgwekkend.” Hij roept de sector op om orde op zaken te stellen, zo bleek vorige week.
Erica Verdegaal, schrijfster van diverse boeken op het gebied van personal finance, vindt de uitspraken van de minister van Financiën erg laat komen. Ook in haar jongste boek ”Geld en Gezin”, een uitgave van Bert Bakker, besteedt ze een aantal bladzijden aan dit onderwerp. „Sommige mensen denken dat ze met zo’n product hun hele hypotheek kunnen aflossen. Dat kunnen ze vergeten.”
Hoe groot is dit probleem?
„Ik voorspel dat dit probleem kan uitgroeien tot een drama vergelijkbaar met de aandelenleaseaffaire. Er zijn in de loop der jaren in Nederland 3 tot 4 miljoen polissen afgesloten. Beleggingsverzekeringshypotheken lenen zich voor rijk rekenen, maar volgens de AFM blijft naar schatting 55 procent met een restschuld zitten.”
In haar boek geeft Verdegaal tips om het risico van de beleggingspolis te beperken: een extra spaarpot opbouwen, overstappen naar een spaarhypotheek, weinig switchen tussen fondsen en periodiek spreiden van de inleg.
Hoe komt het toch dat consumenten er telkens weer intuinen?
„Consumenten moeten opboksen tegen het adviesgeweld van de financiële wereld. Adviseurs zijn veelal gericht op het binnenhalen van provisie en spiegelen mooie rendementen voor. Zo is het oversluiten van een hypotheek bijna altijd ook ongunstig. Een buurman die een artikel van mij over dit onderwerp las, kwam mij persoonlijk om raad vragen. Ik gaf het advies om niet over te sluiten, maar hij keek me vooral glazig aan. Een paar weken later bleek dat hij toch op het aanbod van zijn hypotheekadviseur was ingegaan. Deze man heeft blijkbaar lang op hem ingepraat.”
Zijn geldzaken niet gewoon te complex voor de doorsnee burger?
„Dat denkt iedereen, maar er wordt ook ingewikkeld over gedaan. Trek gewoon jaarlijks een middagje uit om al je bezittingen en schulden op een rijtje te zetten. Daarvoor hoef je echt niet naar een adviseur. Bovendien bestrijdt inzicht de onzekerheid waar verzekeraars handig op inspelen.”