Meer Nederlanders in buitenlandse cellen
Het aantal Nederlanders in buitenlandse cellen blijft toenemen. „Wij moeten ons maar eens achter de oren krabben”, zegt een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Volgens hem is dit niet goed voor de Nederlandse reputatie.
Zo’n 80 procent van de opgepakte Nederlanders zit vast voor overtreding van de drugswetgeving. In totaal zitten wereldwijd momenteel 2138 Nederlanders achter de tralies, van wie 1646 voor handel in verdovende middelen.
In juli 2000 waren dat 1880 mensen, van wie ongeveer 1500 voor drugsdelicten. In januari 2001 zaten 2000 Nederlanders in buitenlandse cellen. Van hen werden 1650 opgepakt voor overtreding van de opiumwetgeving.
De meeste Nederlanders verblijven in Duitsland (472). Daarna volgen de Verenigde Staten (268), het Verenigd Koninkrijk (249), Spanje (159), Frankrijk (141), Suriname (126), België (121), Marokko (80), Italië (47) en Portugal (42).
Deze zomer zet de toename door. „De mensen op de consulaire afdelingen hebben de handen vol”, aldus de woordvoerder.
In Duitsland nemen ongeveer vijftig medewerkers de 472 gevangenen onder hun hoede. Een medewerker van de Duitse ambassade vertelt dat ze het inderdaad druk hebben. „We proberen de gedetineerden eenmaal per maand te blijven bezoeken. In de praktijk lukt dat meestal niet en wordt dat eens per zes weken.”
In Berlijn, dat van de vijf consulaten een van de rustigste is, houden vier vrijwilligers zich twee werkdagen per week bezig met de dertig gedetineerde Nederlanders in het gebied. De medewerker zegt dat ze soms vele honderden kilometers moeten afleggen om iemand te bezoeken.
In Turkije verblijven dertien mensen met een Nederlands paspoort in de gevangenis. De meesten zitten vast omdat ze in drugs handelden. Eén gevangene is opgepakt wegens een scooterongeval met dodelijke afloop. Hij kon niets doen aan dit ongeluk, erkende de Turkse justitie. Toch blijft hij vastzitten voor nader onderzoek. Hij komt op 5 augustus opnieuw voor. Buitenlandse Zaken heeft goede hoop dat hij in vrijheid wordt gesteld. Het ministerie kan juridisch niets doen. „We mogen ons niet bemoeien met het rechtsproces, want dan krijgen we hem nooit meer in Nederland. Consulaire hulp is wat anders dan iemand vrij krijgen.”