„VN-resolutie eist beperkte boycot Iran”
WENEN - De Verenigde Staten, Frankrijk en Groot-Brittannië zullen de VN-Veiligheidsraad in een nieuwe resolutie vragen de verkoop van nucleaire technologie en raketten aan Iran aan banden te leggen wegens het atoomprogramma van dat land. Dat hebben diplomaten bij het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA), de atoomwaakhond van de Verenigde Naties, dinsdag gezegd.
De resolutie zal waarschijnlijk de komende dagen worden voorgelegd aan Rusland en China, de twee andere permanente leden van de VN-Veiligheidsraad. Deze landen hebben tot nog toe gepleit voor een terughoudende aanpak van Iran en scharen zich niet achter Amerikaanse voorstellen voor harde sancties tegen Teheran.De Russische minister van Buitenlandse Zaken, Sergei Lavrov, zei eerder deze week nog te hopen op hervatting van de besprekingen met Iran over zijn omstreden kernprogramma. Russische analisten zeggen dat Moskou tegen sancties gekant blijft, maar in ruil voor concessies inzake zijn contract voor de bouw van de eerste Iraanse kerncentrale bereid is tot symbolische maatregelen.
De resolutie die binnenkort door de VS, Groot-Brittannië en Frankrijk zal worden voorgelegd aan de Veiligheidsraad, is veel minder streng dan eerdere versies van Amerikaanse zijde. De resolutie is volgens IAEA-diplomaten vergelijkbaar met de resolutie tegen Noord-Korea nadat dat land op 9 oktober onaangekondigd een kernproef uitvoerde. In reactie daarop besloot de Veiligheidsraad Noord-Korea een aantal economische strafmaatregelen op te leggen.
De Iraanse president Mahmud Ahmadinejad heeft de afgelopen dagen herhaald dat Iran niet zal zwichten voor internationale druk om zijn atoomprogramma af te bouwen. De president zei eerder deze week echter ook dat Iran bereid is met het Westen over zijn nucleaire ambities te onderhandelen. De VS en de Europese landen eisen evenwel dat Teheran eerst stopt met de verrijking van uranium. Volgens diplomaten bij het IAEA is Iran bezig met het uitbreiden van zijn uraniumverrijkingsprogramma, zelfs nu in VN-verband wordt gesproken over maatregelen tegen zijn atoomprogramma.
Iran zegt dat het programma slechts vreedzame doeleinden dient, maar veel westerse landen vrezen dat het land atoomwapens aan het produceren is.
Westerse landen negeren mensenrechtenschendingen in Iran omdat ze goede handelsbetrekkingen met het land belangrijker vinden. Dat heeft de Iraanse dissident Akbar Ganji dinsdag gezegd voor een commissie van het Europees Parlement. „Keer op keer was de westerse wereld in zijn betrekkingen met Iran alleen maar bezorgd over handelsvoordelen, over olie. Hierdoor zijn de democratische krachten in ons land in moeilijkheden gekomen”, aldus Ganji. De Europese Unie is de belangrijkste handelspartner van Iran. De export van de 25 lidstaten naar Iran bedroeg in 2004 11,8 miljard euro, de import 9,2 miljard.
Ganji stelde ook dat het uiterst onverstandig zou zijn om militaire stappen tegen het bewind van Ahmadinejad te nemen. Als het conflict rond het Iraanse omstreden atoomprogramma zou leiden tot een oorlog, zou het land volgens hem worden verwoest en fundamentalisme in de hand worden gewerkt.