Economie

Loonongelijkheid vooral macroprobleem

AMSTERDAM - De loonongelijkheid is in Nederland groter dan in andere Europese landen, zeggen althans de statistieken. Toch wordt de nood op de werkvloer nauwelijks gevoeld. „Bizar eigenlijk: geen enkele ondernemer zegt er verschillende loonschalen op na te houden voor mannen en vrouwen.”

Marcel ten Broeke
25 October 2006 09:10Gewijzigd op 14 November 2020 04:13
AMSTERDAM – De loonongelijkheid tussen mannen en vrouwen is in Nederland groter dan in andere Europese landen, zeggen de statistieken. Toch wordt de nood op de werkvloer nauwelijks gevoeld. Foto Roel Dijkstra
AMSTERDAM – De loonongelijkheid tussen mannen en vrouwen is in Nederland groter dan in andere Europese landen, zeggen de statistieken. Toch wordt de nood op de werkvloer nauwelijks gevoeld. Foto Roel Dijkstra

Stel: een bedrijf heeft twee vacatures voor eenzelfde functie. Hierop solliciteren een man en een vrouw met evenveel ervaring. Beiden worden aangenomen, maar omdat de werkgever de man ziet als een belofte voor de toekomst, schaalt hij hem hoger in dan de vrouw, ook al doen ze hetzelfde werk.Op het eerste oog wellicht alledaags en begrijpelijk, toch is zo’n beloningsverschil verboden. De wet bepaalt dat mensen met hetzelfde werk gelijk moeten worden betaald.

Desondanks komen onrechtmatige loonverschillen in Nederland op relatief grote schaal voor. Binnen de Europese Unie is er -op Malta na- geen land te vinden waar de salariskloof tussen mannen en vrouwen zo groot is als in Nederland.

In 2004 bleek uit onderzoek van de Arbeidsinspectie dat er in het bedrijfsleven een salarisverschil van 7 procent bestaat tussen mannen en vrouwen dat niet te verklaren is door objectief gerechtvaardigde redenen (zoals verschil in functie, schaarste of ervaring). Maandag bleek dit opnieuw uit onderzoek in opdracht van stichting Loonwijzer.

Ontoelaatbaar, vindt minister de Geus (Sociale Zaken), en daarom stelde hij in januari van dit jaar de werkgroep ”Gelijke beloning, dat werkt!” in. Om meer bewustwording over het tamelijk verholen onderwerp te creëren, organiseerde die club gisteren een heuse ”Dag van de gelijke beloning”. In aanwezigheid van De Geus debatteerden vertegenwoordigers van vak- en werknemersorganisaties in Amsterdam over de geconstateerde problematiek.

Hoewel er ook tussen deeltijd- en voltijdwerkers, allochtonen en autochtonen en werknemers met een flexibel en mensen met een vast contract onrechtmatige beloningsverschillen bestaan, spitste de discussie zich gisteren al snel toe op de salariskloof tussen mannen en vrouwen.

Die ongelijkheid is volgens De Geus „hardnekkig” en „moeilijk uit te bannen.” De minister wilde gisteren nog niet al te ver vooruitlopen op een onderzoek dat de Arbeidsinspectie volgende week presenteert, maar hij liet wel doorschemeren dat er „ernstig rekening mee moet worden gehouden” dat de eerder geconstateerde kloof nog maar weinig is gedicht.

Oorzaken van de loonongelijkheid heeft de werkgroep het afgelopen jaar niet echt boven water weten te krijgen. Hierdoor dreef de discussie gisteren vooral op onderbuikgevoelens. Zo zouden vrouwen minder goed over hun salaris kunnen onderhandelen dan mannen en was het werkgeversvoorzitter Wientjes (VNO-NCW) in zijn verleden als ondernemer opgevallen dat het „zeer moeilijk was om topvrouwen ervan te overtuigen dat ze echt goed waren, terwijl mannen zichzelf gemakkelijk overschatten.”

Wientjes zag bovendien weinig mogelijkheden om onrechtmatige beloningsverschillen aan te pakken. „Het is een bizar probleem; ik kom het niet tegen in het contact met leden. Nog nooit heb ik een ondernemer gesproken die aangaf dat hij er twee loonschalen op nahoudt: één voor mannen en één voor vrouwen.”

Ook voorzitter Paas van de christelijke vakorganisatie CNV had niet direct een oplossing. „Graag had ik hier als vakbondsman gepleit voor allerlei stoere maatregelen, mits ik verwachtte dat die werkelijk zouden helpen. Ongelijke beloning is echter een sluipmoordenaar op de werkvloer. Niet te vatten.”

Wie desondanks het gevoel heeft niet te krijgen waar hij recht op heeft, kan onder meer aankloppen bij de Commissie Gelijke Behandeling (CGB). Volgens voorzitter Castermans komt ongelijke beloning vooral op macroniveau openbaar. „Binnen bedrijven lijkt het nauwelijks te spelen. Misschien komt dit doordat wij Nederlanders maar spaarzaam over ons salaris spreken.” Van de 260 oordelen die de CGB het afgelopen jaar velde, was er bij hooguit 10 vermeende ongelijke beloning in het spel. Slechts in de helft van die gevallen bleek de klacht gegrond.

In de marge van de bijeenkomst pleitte Castermans er daarom voor om bedrijven ertoe te verplichten hun beloningsstructuur jaarlijks tegen het licht te houden. „Ieder jaar moeten van de Arbeidsinspectie bedrijfsbreed allerlei zaken worden gecontroleerd, van luchtcirculatie tot de hoogte van de stoelen toe. Controle op loonverschillen kan hierin eenvoudig worden meegenomen. Misschien wordt dan op ondernemingsniveau zichtbaar wat landelijk lijkt te spelen.”

De Geus ziet echter weinig in het van bovenaf opleggen van dergelijke verplichtingen. „Juridisch gezien hebben we het probleem allang aangepakt: loonongelijkheid tussen mannen en vrouwen is bij de wet verboden. Toch blijft het probleem bestaan. Er moet dus zichtbaar worden gemaakt wat scheef is, maar ik vind dat toch echt een taak voor de werkvloer zelf.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer