Wonen
De grote God des hemels, Die in eeuwigheid woont in heerlijkheid, zegt ter vertroosting van iedere arme en diep verslagen zondaar dat Hij bij hem wil wonen. De Heere heeft slechts twee vaste woningen. De ene heeft Hij in de hemel, in heerlijkheid. De andere heeft Hij in elk verbroken hart en in iedere verbrijzelde ziel. Maar hoe woont God dan in het hart van een arme zondaar? De apostel zegt dit in Efeze 3: 17: „Opdat Christus door het geloof in uw harte wone.”
Dat geeft te kennen dat het verblijf van Christus in de ziel door Zijn Geest ontvangen wordt door het geloof. Hieruit volgt dat er eerst een gebroken hart moet worden gevonden, voordat er geloof kan zijn, of voordat Christus tot onze vertroosting in ons hart wil wonen. Bedenk wel dat het een hart moet zijn waarin God wil wonen. Het moet van een nederige en verbrijzelde geest zijn. Hij woont in de hemel in Zijn heerlijkheid, nochtans zal God komen en uw hart in bezit nemen. Alleen daar wil Hij de zondaar ontmoeten.Indien u wilt dat Christus en Zijn genade in u zullen wonen, moet u een nederige geest bekomen. Leer hieruit dat de ziel eerst verbroken en vernederd moet worden, voordat de Heere Jezus daarin kan en wil wonen en voordat het geloof daarin kan worden gewerkt.
Thomas Hooker, predikant in New England (”De ware zielsvernedering”, 1686)
