„Droevig, maar we kijken nu wel vooruit”
’s-GRAVENPOLDER - In minder dan een week tijd lijken de gemoederen in het college van Borsele weer enigszins tot bedaren te zijn gekomen. Nadat wethouder Tollenaar (SGP/CU) woensdag opstapte, werd vrijdagmiddag zijn opvolger bekend: SGP/CU-fractievoorzitter Zandee.
Een persoonlijk drama was het aftreden van wethouder Frans Tollenaar, eerder deze week. Hij zag voor zichzelf geen mogelijkheden meer om nog wethouder te blijven nadat hij brokken had gemaakt met drank op.Zijn opvolger Jan Zandee uit ’s-Gravenpolder was liever op een andere manier wethouder geworden, gaf hij vrijdag aan. „Ik leef volledig met Tollenaar en zijn vrouw mee. Ondanks het feit dat ik nu wethouder word, had ik gewenst dat dit nooit had plaatsgevonden.”
Vindt u dat Tollenaar aan had moeten blijven?
„Wij hebben aangegeven dat hij van ons niet weg hoefde. Maar het lijkt me goed dat ik niet voor hem spreek. Hier past mij geen oordeel.”
Gaat u, nu u wethouder bent geworden, in dezelfde lijn verder als uw voorganger?
„Het is nu mijn taak om samen met de collega-wethouders de zaak draaiende te houden. Ik probeer daarin zelfstandig te opereren en zal me niet bij iedere beslissing afvragen: Hoe zou Frans dit gedaan hebben? Hij is Frans, ik ben Jan.”
Was de keuze voor het wethouderschap voor u een moeilijke beslissing?
„Nee. Als je fractievoorzitter bent, houd je wel ergens in je gedachten de mogelijkheid dat je ertoe geroepen kan worden. Niet dat ik er nadrukkelijk rekening mee hield, maar het zou niet goed zijn geweest als ik er nu pas voor het eerst over na zou denken. Voor mij is het wethouderschap een uitdaging; ik schuw het niet.”
Staat de SGP-fractie in Borsele onder hoogspanning na het gebeurde?
„Wat gebeurd is, had nooit mogen gebeuren. Het is heel droevig, maar we kijken nu wel vooruit. Volgende week donderdag is de eerste fractievergadering na alles wat is voorgevallen. Daar zullen we de zaak zeker bespreken. Er is wat ons betreft geen enkele aanleiding om wat dan ook te verbloemen, maar het is voor ons ook niet nodig om er drie keer per week op terug te komen.”