12 uurseconomie
Tussen acht en negen naar het werk, kort na halfzes aan de warme maaltijd. Van die praxis moet Nederland zo snel mogelijk af, als het aan minister De Geus van Sociale Zaken ligt.
Een moderne samenleving moet niet blijven steken in ingesleten patronen uit het verleden, zo betoogde de bewindsman eerder deze week. Hij sprak naar aanleiding van het rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) over tijdsbesteding.Een 12 uurseconomie, dat is wat de minister voor ogen staat. Dat vindt hij al veel langer overigens. We blijven doen wat we nu doen, maar flexibeler uitgesmeerd over een groter deel van de dag. Een zeven-tot-zevenmentaliteit is wat dit land goed kan gebruiken. Aldus De Geus.
Toegegeven, zoiets klinkt veel minder angstaanjagend dan het begrip 24 uurseconomie. De discussie daarover ligt velen nog vers in het geheugen. Christelijk Nederland -en ook anderen- waarschuwde terecht voor een samenleving waarin de ”economie van het nooit genoeg” de boventoon voert.
We hoeven niet direct met samengeknepen billen te reageren op de visie die de minister deze week uitdraagt. Er valt veel te zeggen voor een 12 uurseconomie. Wie nog niet weet hoe dol Nederland elke dag draait, moet voor de aardigheid eens op spitstijden in de auto stappen.
Domweg meer asfalt aanleggen heeft geen enkele zin als de Nederlandse werknemers zich blijvend op hetzelfde tijdstip en masse in het verkeer storten. Ach en wee roepen over deze situatie en niets (willen) ondernemen om de problemen op te lossen, is niet de goede houding.
Flexibeler werktijden zullen in sociaal opzicht hun invloed doen gelden. Ook hiervan geldt dat een star veto niet de vanzelfsprekende opstelling hoeft te zijn. De maatschappij verandert. Het is niet verkeerd om daarin zo goed mogelijk te participeren, zolang dat maar niet ten koste gaat van Bijbelse principes.
Het kan bijvoorbeeld erg praktisch zijn -en opvoedkundig nog waardevol ook- wanneer niet alleen de moeder, maar ook de vader zijn kinderen eens naar school brengt. Goede voorbeelden van de gevolgen van anders organiseren zijn er genoeg te bedenken.
Nadelen ook trouwens. Een 12 uurseconomie vraagt veel meer dan een welwillende houding van werknemers. De minister droeg deze week zelf de voorbeelden aan. De openingstijden van het gemeentehuis, de spreekuren van de huisarts en de uren dat er is voorzien in kinderopvang: al deze zaken moeten opnieuw tegen het licht worden gehouden.
Het gevaar van doorschieten is er dan zomaar weer. Wat begint met het verzoek om een flexibeler opstelling, kan gemakkelijk ontaarden in allerlei onwenselijke verplichtingen. Nagenoeg alle patiënten zullen blij zijn met een dokter bij wie ze elk moment van de dag kunnen aanbellen. De grote vraag is hoe de dokter daar zelf over denkt. Hoewel, zo groot is die vraag niet.
De Geus vraagt om een modernere inrichting van het hedendaagse leven. De voordelen die hij schetst zijn de moeite van het doordenken waard. Al te snel afgeven op werk- en sociale patronen uit vervlogen tijden is echter te gemakkelijk. Vroeger was niet alles beter, maar heel veel wel.