GBS-kanselbijbel voor Barneveld
BARNEVELD - Het eerste exemplaar van de nieuwe kanselbijbel met kanttekeningen van de Gereformeerde Bijbelstichting is zaterdag op de 41e toogdag door GBS-voorzitter ds. P. Blok overhandigd aan ds. C. Hogchem, predikant van de gereformeerde gemeente te Barneveld.
De kerkenraad van Barneveld stelt de kerk jaarlijks beschikbaar voor het houden van de toogdag. Aan het eind van dit jaar komt de Bijbel in de verkoop.Veertig jaar geleden werd de GBS opgericht. Ds. Blok noemde het een groot wonder dat de Heere nog steeds de wacht houdt over de Statenvertaling. Het is ook een groot wonder als de kracht van het Woord ook in onze tijd nog mag worden vernomen, zegt hij. In zijn openingswoord verwees hij daarvoor naar de geschiedenis van Manasse uit 2 Kronieken 33. Manasse kende niets van het wonder van genade in zijn vader. Hij begeerde het ook niet.
„Maar God gaat Zijn welbehagen betonen in een goddeloos monster. Hij maakt de belofte die Hij aan zijn vader Hízkia deed, waar”, aldus ds. Blok. „Wat merken wij van de beloften van God?” zo vroeg hij. „Kerken worden supermarkten en vreemde godsdiensten worden ingedragen. Het ontbreekt niet aan bekeerden, wel aan bekeerde goddelozen”, zei hij.
Als voorzitter van de GBS deelde hij mee dat inmiddels in het hele land een nieuwe actie voor de werving van donateurs is begonnen en dat volgend jaar de eerste paal wordt geslagen voor de nieuwbouw, waarin een tentoonstellingsruimte, een studiecentrum en een bibliotheek zullen worden gevestigd. De dit jaar benoemde dr. J. Exalto gaat als wetenschappelijk medewerker van de GBS het nieuwe studiecentrum opzetten.
In 2005 werden voor 373.000 euro duizenden Bijbels verspreid naar bestemmingen in binnen- en buitenland, waaronder Oost-Europa, Afrika en onder gevangenen en asielzoekers.
Ds. A. Vlietstra, predikant van de herstelde hervormde gemeente te Katwijk aan Zee, hekelde in zijn toespraak alle moderne Bijbelvertalingen die vanaf 1951 zijn verschenen. Hij noemde met name Romeinen 8:1 „een gehandicapte nieuwe vertaling”, waar verdoemenis veroordeling heet, en het slot van het vers, waar het „niet wandelen naar het vlees maar naar de Geest” gewoon is weggelaten.
„We krijgen vaak het verwijt dat onder ons alleen maar gesproken wordt over hel en verdoemenis”, zei hij. Wel erkent hij dat het woord verdoemenis menigmaal op de lippen genomen wordt zonder te bedenken wat het inhoudt. „Eeuwig leven en eeuwige verdoemenis staan tegenover elkaar. Dat er nú geen verdoemenis meer is voor hen die in Christus Jezus zijn, ziet op Zijn volbrachte werk. Voor allen die niet in Christus Jezus zijn, is er wel verdoemenis”, zo zei ds. Vlietstra.
Veel gezag
„De handhaving van de Statenvertaling heeft ons veel te zeggen”, begon ds. F. Mallan, emeritus predikant van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, zijn toespraak. Dat de Statenvertaling voor ons veel gezag heeft, schrijft ds. Mallan toe aan de statenvertalers, die door Gods Geest geleid zijn. Volgens hem hebben ze geweten van Davids bede uit Psalm 25: Heere! maak mij Uw wegen bekend, leer mij Uw paden. „De weg die tot de zaligheid leidt, is een onbekende weg. Alleen Gods Geest leert die weg in de weg van de bevinding. Zij die niet van bevinding willen weten, grijpen naar een nieuwe vertaling”, aldus ds. Mallan.
Ds. K. Hoefnagel, christelijk gereformeerde predikant in Katwijk aan Zee, opende de middagbijeenkomst met de keuze van koning Jósafat in 1 Koningen 22. Jósafat wilde niet meer meegaan met wat koning Aházia wilde. „Jósafat was een man die God vreesde, maar ook gemakkelijk eigen wegen ging”, zei ds. Hoefnagel. God bracht hem tot de keuze niet langer met Aházia mee te gaan. „Aan niet mee kunnen en willen gaan met de tijdgeest herkent u het werk van de Heere”, aldus de Katwijkse predikant.
Ds. L. Blok, predikant van de gereformeerde gemeente in Ermelo, koos als tekst voor zijn toespraak Romeinen 10:5-8, waar het gaat om de gerechtigheid voor God. „De Heere eist in Zijn Wet van ons volkomen volmaaktheid. We zijn echter overtreders van Gods Wet. Maar er is een gerechtigheid die Christus heeft aangebracht en die de zondaar wordt toegerekend en die door het geloof wordt omhelst”, aldus ds. Blok.
In zijn slotwoord voor de toogdag stelde ds. A. J. Wijnmaalen, tweede voorzitter van de GBS, de vraag: „Is het wel met u?” De vraag wordt in 2 Koningen 4:26 gesteld door Géhazi aan de Sunamitische. Volgens ds. Wijnmaalen wordt die vraag aan iedereen gesteld op weg en reis naar de eeuwigheid. „Die vraag moet beantwoord worden en kan alleen maar bevestigend beantwoord worden als we van dood levend gemaakt zijn”, zo zei hij.