Barrières voor Chinese bedrijven
PEKING (ANP) - Chinese bedrijven die medewerkers naar Nederland willen sturen, lopen nog steeds tegen problemen aan. Deze hebben vooral betrekking op visa waarmee iemand diverse keren naar ons land moet kunnen komen. Verder is het nog lastig om voor een langdurig verblijf in aanmerking te komen.
Dat heeft staatssecretaris van Gennip te horen gekregen in China, waar ze deze week een handelsmissie leidt.De Chinese minister van Handel, Bo Xilai, kaartte het probleem zelf aan tijdens een ontmoeting met de bewindsvrouw. „Dat laat zien dat het hem echt hoog zit”, aldus Van Gennip. Ook Chinese bedrijven hebben het probleem rond de visa naar voren gebracht.
Tijdens de missie werd ook bekend dat Nederland en China nauwer gaan samenwerken om piraterij tegen te gaan. „In China wordt copyright nog door veel mensen uitgelegd als ”the right to copy””, aldus Van Gennip.
China heeft onder druk van de Wereldhandelsorganisatie WTO zijn regelgeving op het gebied van het beschermen van intellectueel eigendom verscherpt. De handhaving is soms nog een probleem en daar hebben steeds vaker ook Chinese bedrijven last van, vooral de grote.
Doel van de handelsmissie is onder meer om Chinese bedrijven naar Nederland te halen, zodat China een steeds volwaardiger handelspartner kan worden. Om dat mogelijk te maken moeten zaken als verstrekken van visa goed geregeld zijn. „Het moet hier niet moeilijker zijn dan in andere landen”, aldus de bewindsvrouw.
Van Gennip wees erop dat het voor Nederland de gewoonste zaak van de wereld is als bedrijven een paar honderd man tijdelijk overplaatsen naar een ander land. „Dat moet andersom ook kunnen”, zo zei ze gisteren.
De uitwisseling op het gebied van intellectueel eigendom moet er onder meer toe leiden dat de bewustwording onder de Chinezen hierover toeneemt. Dat proces staat nu nog in feite in de kinderschoenen.
China streeft ernaar in 2010 2,5 procent van zijn bruto binnenlands product te besteden aan onderzoek en ontwikkeling. Van Gennip: „Dat kan alleen als investeringen worden beschermd.”