Kasteel Develstein kent spannende historie
ZWIJNDRECHT - Behalve dat hij met zijn nieuwe boek de geschiedenis van kasteel Develstein onder het stof vandaan haalt, wil auteur Kees van der Leer een pleidooi houden. „In Zwijndrecht worden te makkelijk oude gebouwen afgebroken. Te kortzichtig soms, want achteraf heeft iedereen vaak spijt.”
Het verdwijnen van historisch erfgoed gaat Van der Leer al vanaf zijn jeugd aan het hart. Hij groeide op tussen fruitbomen, groene akkers en historische boerderijen in het Zwijndrechtse Walburg en zag zijn eldorado, met de komst van een grote nieuwbouwwijk, veranderen in steen. In die tijd nam Van der Leer sr. zijn zoon regelmatig mee voor een wandeling in natuurgebied de Devel, waar de liefde voor het kasteel Develstein ontluikte.Van der Leer: „Het kasteel heeft een spannende geschiedenis. Zo werd het in 1572 verwoest door de Spanjaarden. Die waren verdreven uit Den Briel. Toen ze Dordrecht niet binnen mochten, dropen ze af richting Rotterdam. Onderweg staken ze uit boosheid kasteel Develstein in brand.”
Een rijke Dordtse regentenfamilie herbouwde daarna het kasteel tot een luisterrijke buitenplaats, gelegen aan rivier de Devel. De adellijke bewoners hielden de kunsten en wetenschappen hoog in het vaandel. Tevens boden ze gastvrijheid aan geleerden, dichters en schilders, zoals Jacob Cats en Hugo de Groot.
Van der Leer meent dat het kasteel het nodige vertelt over de Zwijndrechtse Waard. „Graaf Willem III liet zijn vertrouweling Willem van Duvenvoorde het krijgshaftige kasteel strategisch in Zwijndrecht bouwen, om meer invloed te hebben op Dordrecht, een belangrijke stad die niet altijd even trouw was aan de graaf. Tevens was er zo ook meer zicht op het belangrijke veer en de handelsroute door Zwijndrecht.”
Voor zijn boek wist Van der Leer nieuwe historische feiten boven water te krijgen. „Ik kreeg recent een manuscript uit 1741 in handen van een van de nazaten. Daarop zijn minutieus door de toenmalige bewoner, een vestingbouwkundige, de gevels getekend en ingekleurd. Ook de plattegronden zaten bijgevoegd, tot vreugde van de archeologen die in 2005 hier opgravingen deden.”
Van der Leer vond brokstukken van gevelstenen met familiewapens van twee bouwheren -de families Van Duvenvoorde en Van Beveren- op de gemeentewerf in Zwijndrecht, terwijl hij op zoek was naar overblijfselen van een andere historische buitenplaats, Meerdervoort. Op dat moment wist hij nog niet de juiste betekenis van de plaketten. „De gemeente dacht dat het om grafstenen ging, dus kreeg ik ze niet mee, wel mocht ik er enkel foto’s van maken. Maar in het manuscript van 1741 zag ik ze tot mijn stomme verbazing afgebeeld. Toen ik daarna met de gemeente belde, bleken de bijzondere stenen te zijn vergruisd. Waarom belt zo’n beheerder niet met een plaatselijke historische vereniging?”
Van der Leer schreef het boek op verzoek van het Develstein College, die het in de buurt van de school gelegen eilandje waarop het kasteel ooit prijkte in ere wil herstellen. Veel leerlingen houden er hun middagpauze. Ook zijn er plannen om de contouren van kasteel Develstein te herbouwen in een driedimensionale staalconstructie. Informatiepanelen vertellen de bewogen historie. „Van educatief belang. Zie het als een stukje omgevingsgeschiedenis. Als scholier kun je tijdens de geschiedenisles wel alles leren over de Romeinen of wat omstreeks 1400 gebeurde, maar het zou leerzaam zijn iets van je eigen omgeving te weten. Zelf heb dat ik dat vroeger gemist op de hbs.”
In de zomer volgt mogelijk een tweede, archeologisch bodemonderzoek naar resten van het kasteel, onder meer begeleid door de Werkgroep Kasteel Develstein, waarvan ook Van der Leer deel uitmaakt. De werkgroep hoopt op financiële steun van de gemeente. „Hopelijk draagt mijn boek bij aan het respect voor oude gebouwen.”
In een reactie stelt de gemeente Zwijndrecht dat zorgvuldig met oude gebouwen wordt omgegaan. „Twee recente voorbeelden zijn een kerktoren en poortgebouw op een begraafplaats in Heerjansdam”, stelt een woordvoerder. „Daaraan draagt de gemeente fors bij. Maar op particuliere gebouwen heeft de gemeente weinig grip.”