Volgens een regeringsverklaring die Israël zondag uitgaf, heeft premier Ariel Sharon het leger opgedragen om het dagelijks leven gemakkelijker te maken voor Palestijnen die niet met het „terrorisme” te maken hebben. Daarbij gaat het om verkorting van het uitgaansverbod, gedeeltelijke opheffing van militaire blokkades en versoepeling van de eisen voor de toegang tot Israël voor Palestijnse handelaren en zakenlieden. Maar volgens Roudeina zijn alle collectieve sancties nog altijd van kracht.

Sharon heeft gezegd van plan te zijn om het visgebied in de Gazastrook uit te breiden, het doorlaten van openbaar vervoer te verbeteren en, voor zover mogelijk, vrij verkeer toe te staan van humanitaire hulporganisaties. Daarnaast zouden 12.000 Palestijnen een vergunning krijgen om in Israël te werken.

Verder heeft de premier opdracht gegeven om een deel van het geld dat de Palestijnse Autoriteit nog tegoed heeft, direct over te maken aan de Palestijnse minister van Financiën Salam Fayad. Die heeft zich verplicht ervoor te zorgen dat het geld ten goede komt aan de Palestijnen die niet bij het terrorisme betrokken zijn.

Sinds het begin van de belegering op 19 juni geldt voor ongeveer 800.000 Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever een uitgaansverbod. Het Israëlische leger houdt ook de Gazastrook omsingeld, waar ongeveer een miljoen mensen wonen.