Schilderijvernieler: doek kon niet verbranden
AMSTERDAM (ANP) – De 69–jarige Duitse kunstvernieler Hans Joachim B. zegt dat het schilderij dat hij vernielde in het Rijksmuseum in Amsterdam, niet kon verbranden. „In 1977 heb ik het in een kerk in Duitsland op een schilderij uitgeprobeerd met aanstekerbenzine", zei hij donderdag tijdens een pro–formazitting op de rechtbank in Amsterdam. „De vlam ging vanzelf weer uit."
B. sprenkelde op 25 juni aanstekerbenzine op het schilderij ’De Schuttersmaaltijd ter viering van de Vrede van Münster’ (1648) van Bartholomeüs van der Helst, dat toen te bezichtigen was in de Philipsvleugel van het Rijksmuseum. Hij stak het aan, waardoor het schilderij voor een deel verbrandde. De schade aan het doek is aanzienlijk.Uit een conceptrapport van de hoofdrestaurateur van het Rijksmuseum blijkt dat de oppervlakte van een halve bij anderhalve meter van het doek ernstig is aangetast. De verflaag is beschadigd en de vernis is verkoold. „Er is hier onomkeerbare schade", zei officier van justitie W. van Schaijck.
Doordat de brandbare vloeistof en het bluswater naar beneden liepen op het schilderij, is er ook op de rest van het werk ’secundaire’ schade ontstaan. Het betreft een oppervlakte van 2,3 bij 2,5 meter, ongeveer de helft van het doek. Eerder al liet het Rijksmuseum weten dat de beschadigde verf nooit meer in originele staat is terug te brengen. Het museum schat dat de restauratie rond de 100.000 euro kost.
Volgens justitie heeft B. door zijn actie ook bezoekers van het Rijksmuseum en andere schilderijen in gevaar gebracht. De Duitser zei op de rechtbank dat het nooit zijn bedoeling was geweest mensen in gevaar te brengen. „De mensen stonden achter mij."
B. is in Duitsland tussen 1977 en 1988 al veroordeeld voor de vernieling van vele kunstwerken, waaronder ook schilderijen van Rembrandt. Volgens sommigen heeft hij 165 schilderijen beschadigd. In januari 2005 kwam hij vrij op voorwaarde dat hij zich nooit meer in de omgeving van een museum zou begeven.
In een brief aan de Amsterdamse zender AT5 schreef B. eerder dat hij speciaal naar Amsterdam was gekomen om een schilderij te vernielen, omdat in Duitsland alle waardevolle schilderijen achter glas hangen. In de brief vertelde hij dat hij tot zijn daad werd gedwongen door dwangneurosen. Justitie wacht nog op een neurologisch rapport over B. en een brandrapportage van het Nederlands Forensisch Instituut. De inhoudelijke behandeling van de zaak heeft plaats op 6 december.