Binnenland

CDA schaadt eigen imago van gezinspartij

Politici zitten zelden om woorden verlegen. Toch zijn er vaak vragen waar ze geen antwoord op kunnen geven. Of niet willen geven. Althans, geen bevredigend antwoord.

29 September 2006 21:27Gewijzigd op 14 November 2020 04:09

Met dat probleem kampte deze week CDA-fractievoorzitter Verhagen. Hij kon of wilde zijn collega’s Rouvoet (ChristenUnie) en Van der Vlies (SGP) geen hom of kuit bieden.Het punt waar het om draaide was of het CDA zich nog wel gezinspartij mag noemen. Verhagens collega’s hadden daar sterke twijfels bij. In het verkiezingsprogramma van de christendemocraten staat immers dat zij de zogeheten heffingskorting voor de niet-werkende partner willen afschaffen?

Wat daarvan het gevolg is, is zonneklaar, rekende Rouvoet de CDA-fractievoorzitter voor. Gezinnen waarin vrouwen ervoor kiezen thuis te blijven om fulltime hun kinderen op te voeden, gaan er per jaar zo’n 2000 euro op achteruit. Dat is voor het traditionele gezin een forse aderlating, constateerde Rouvoet met spijt.

Natuurlijk probeerde Verhagen hem van repliek te dienen. In andere opzichten steunt het CDA wel degelijk het gezin, verweerde hij zich. Bijvoorbeeld door een verhoging van de kinderbijslag voor te stellen. Maar de stelling dat dát extra geld het verlies voor traditionele gezinnen bij lange na niet compenseert, kon hij niet weerleggen.

De eindconclusie werd op hardhandige wijze getrokken door Halsema (GroenLinks): het CDA neemt eindelijk afscheid van het kostwinnersmodel door de zo verfoeide ’aanrechtsubsidie’ af te schaffen. Hoera, juichte de GroenLinksleider.

Ondertussen rijst de vraag hoe het CDA erbij komt op zo’n radicale wijze met het eigen verleden te breken. Twee factoren spelen een rol. Allereerst de keuze van de partij om de toenemende kosten van de vergrijzing niet op te vangen door te snijden in de AOW zelf. Dan moet het benodigde geld dus ergens anders gehaald worden.

Het CDA kiest in zijn verkiezingsprogramma voor 4 miljard bezuinigen op de zorg én het vergroten van de arbeidsparticipatie. Om meer vrouwen te bewegen een betaalde baan te nemen, schrapt de partij -zij het geleidelijk- de zoheten heffingskorting.

Het CDA kan dit doen -en dat is de tweede factor die een rol speelt- doordat het er blijkbaar geen moeite mee heeft toe te geven aan de tijdgeest. Kiezen steeds meer Nederlanders voor het anderhalf- of tweeverdienersmodel? Dan is dat de werkelijkheid waarmee een moderne politieke partij te rekenen heeft, redeneert klaarblijkelijk het CDA.

Die keuze is jammer en onverstandig. Jammer omdat de partij daarmee in het kamp terechtkomt van hen die niet nalaten te schimpen op ’aanrechtsubsidies’, een kamp waarin het CDA niet thuishoort.

Jammer vervolgens omdat de christendemocraten hiermee het beeld oproepen dat vrouwen pas meetellen als zij betaalde arbeid verrichten, terwijl de partij juist waardering zou moeten tonen voor moeders die, voor het welzijn van hun kroost, zich bewust een tweede inkomen ontzeggen.

Jammer ten slotte omdat het CDA, dat zich onder Enneüs Heerma nog zo krachtig profileerde als een gezinspartij, stapsgewijs zelf dat imago om zeep helpt. Eerst door in de jaren negentig de definitie van gezin uit te breiden tot bijvoorbeeld ook homostellen. Nu door een financiële tegemoetkoming voor het traditionele gezin van werkende vader en zorgende moeder te schrappen.

De gemaakte keuze is ook onverstandig. In de eerste plaats omdat hij afbreuk doet aan een eenduidig imago van de partij. Elke publiciteits- of reclamedeskundige kan je vertellen dat een bedrijf, partij of organisatie zo min mogelijk activiteiten moet ondernemen die mensen niet van die instelling verwachten. Buit je eigen bestaande imago uit, versterk en vernieuw het, maar doe geen dingen die er onmiskenbaar mee strijden. Dat willen consumenten niet, dat appreciëren kiezers niet.

Het is in de tweede plaats onverstandig omdat het de kleine christelijke partijen een krachtig wapen geeft in de verkiezingscampagne. Verhagen heeft al eerder in deze krant aangegeven dat die campagne op één punt anders zal zijn dan de vorige. Ging het CDA er in 2002 en 2003 nog van uit dat het geen kiezers uit de kring van ChristenUnie en SGP nodig had -„Laten we elkaar steunen en niet afbreken”-, nu hanteert de partij het motto: elke stem telt, ook als die uit het ChristenUnie- of SGP-kamp komt. „Een stem op Rouvoet is een stem op Bos.”

In het licht van die verscherpte concurrentie met de kleine christelijke partijen heeft het CDA met het schrappen van de heffingskorting een domme zet gedaan.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer