Kamer botst weer over religie
DEN HAAG - Sinds 2001 is de rol van religie in de samenleving regelmatig onderwerp van debat in de Tweede Kamer. Ook gisteren, tijdens de algemene beschouwingen, botsten fractievoorzitters over dit thema. Halsema’s stelling dat christenen behoren tot de ”as van het kwaad” leidde tot fel protest.
Halsema (GL):„Vrouwen worden in veel landen ernstig onderdrukt, verhandeld en gedwongen geprostitueerd. Helaas bestaat er geen wereldwijde coalitie voor vrouwen, maar wel een coalitie tegen vrouwen. Dat zijn de fundamentalistische moslims, maar ook de fundamentalistische christenen in Amerika en de rooms-katholieke kerk. Dat is een as van religieus kwaad die de zeggenschap van vrouwen probeert terug te dringen. De gevolgen zijn desastreus.”
Van der Vlies (SGP):
„Mevrouw Halsema spreekt over vrijheid van meningsuiting en vrijheid van godsdienst, waar zij pal voor wil staan. Maar hoe verdraagt zich dat met de ondertoon in haar betoog? En waar zit in het door haar genoemde spectrum de SGP eigenlijk? Want ik laat mij hier niet wegplakken! Het luistert nauw!
Zo goed als ik probeer respect te hebben voor mevrouw Halsema, vraag ik van haar invoelingsvermogen voor oprechte overwegingen die ten grondslag kunnen liggen aan een bepaalde visie op mens en maatschappij.”
Halsema:
„U kent mij als iemand die vrijheid van religie altijd zal verdedigen. U kent mij ook als iemand die de vrijheid van religiekritíék altijd zal verdedigen. Ik heb inderdaad grote bezwaren tegen fundamentalistische christenen in de VS die de vrijheid van vrouwen terugdringen, zowel ten aanzien van hun reproductieve als hun economische rechten en hun zelfstandigheid. Ik meen dat in alle vrijheid te kunnen zeggen. Ik heb er bezwaar tegen als vrouwen niet gelijkwaardig worden behandeld. Daarover hebben de heer Van der Vlies en ik nog een appeltje te schillen. Ik gun hem zijn vrijheid. Maar ik verwacht dat hij mij ook mijn kritiek daarop gunt.”
Herben (LPF):
„Het onderwerp zit mij hoog. U stelt alle godsdiensten op één lijn. Bovendien hebt u het over de hele rooms-katholieke kerk. Ipso facto betekent dit dat de heer Mat Herben, katholiek, en de heer Van der Vlies, christelijk, tot de as van het kwaad behoren. Ik verzoek mevrouw Halsema om dit terug te nemen.”
Halsema:
„Ik zeg niet ”rooms-katholieke gelovigen”, maar ”de kerk”. Dat is de instantie die de leiding heeft, die vrouwen weert uit het priesterambt en het gebruik van condooms blijft verbieden. Daarom houd ik mijn kritiek staande.”
Verhagen (CDA):
„Ik vind het werkelijk stuitend dat u de katholieke kerk hier zo neerzet. De katholieke kerk komt als geen ander op voor een samenleving van liefde waarin je je om je naaste te bekommeren hebt. Dat in deze vergaderzaal, in Nederland, een fractievoorzitter van een politieke partij durft te stellen dat de katholieke kerk gewoon afgeschreven moet worden; dieper had zij werkelijk niet kunnen zinken.”
Rouvoet (ChristenUnie):
„Mevrouw Halsema zou niet alleen onderscheid moeten maken tussen gelovigen en het instituut, maar ook duidelijk moeten maken hoe zij het begrip fundamentalisme invult en hoe zij dat onderscheidt van het begrip orthodoxie.”
Halsema:
„Het is goed dat u dit zegt. Ik zal het recht op een orthodox geloof altijd verdedigen. U weet dat ik een van de weinigen was die het opnam voor Leen van Dijke.
Ik vind het van groot belang dat de mensen vrij zijn in de wijze van geloven. Totdat zij de mensenrechten schenden, totdat zij de rechten van vrouwen schenden. Dan is er een probleem.”