Gigant Goliath geveld in het zand
Kaïn en Abel, de ark van Noach, Simson en Delila, de wijze Salomo. Meer dan levensgroot zijn ze te zien in het Limburgse Thorn. In zand, welteverstaan. Goliath, met zijn hoogte van zes ellen en een span, ligt onthoofd ter aarde. Naast hem staat David, die het hoofd van de verslagen Filistijn aanbiedt aan koning Saul. Artistiek leider Marjon Katerberg: „Dit is zo geweldig, zo inspirerend.”
Al op de lagere school tekende Wilfred Stijger (31) „kleine Davidjes.” Toen de organisatie van ”De Bijbel in Beeld” hem vroeg welk thema hij op het Nederlands Zandsculpturenfestival wilde uitbeelden, was zijn keuze dan ook snel gemaakt. „Ik heb ontzag voor die eenvoudige herdersjongen.”
Zijn sculptuur, ”David en Goliath”, zit vol symboliek, licht de Katwijkse kunstenaar toe. „Het thema is eigenlijk: vertrouwen. David vertrouwde volledig op God; werd niet afgeschrikt door Goliath. Anders was dat met Saul en zijn volgelingen. Hun biedt David nu het hoofd van de reus aan. Sauls ogen zijn geopend; die van zijn knechten zitten nog dicht. Ze hebben -laat ik zeggen- het licht nog niet gezien. Ik bedoel maar: Alleen God Zelf kan ogen openen.”
Welk kunstwerk, behalve dat van zichzelf, spreekt hem het meest aan? Stijger, zonder aarzeling: „Salomo. Ik vind dat een hele coole. Zijn houding, z’n rust, z’n kroon, die bedenkelijke blik. Hij kijkt echt een beetje wanhopig. Kan ook bijna niet anders, bij zo’n rechtszaak. Maar ook Simson bij Delila is prachtig, en de dansende David ook, en het Laatste Avondmaal en de Toren van Babel en Jozef en z’n broers ook, en ja, wat niet?”
Stijger is een van de 75 zandkunstenaars die zijn neergestreken op het 175 bij 65 meter grote terrein bij Thorn, het beroemde witte stadje. Allemaal zijn ze op de een of andere manier verbonden aan ”Inaxi Holland, Sculpture Events”. Het Haagse bedrijf is gespecialiseerd in het bouwen van zand-, sneeuw- en ijssculpturen.
De ”carvers” vormen een internationale maar hechte gemeenschap, zegt Angelique Werner, woordvoerder van Inaxi. „Zo’n 30 procent komt uit het buitenland: Frankrijk, Spanje, Groot-Brittannië, de Verenigde Staten, Singapore, India. Maar iedereen kent elkaar.”
Zelf beheerst ze het vak niet. „Ik kan er beter over praten.” Toch is het niet zo moeilijk, meent ze. „En iedereen is een keer begonnen. Maar een beetje gevoel voor perspectief, architectuur, anatomie en natuurlijk zand is wel nodig.”
Het gaat hier, zegt Werner, om de snelste manier van beeldhouwkunst. „Zand laat zich nu eenmaal gemakkelijk vormen en repareren.” Een goedkope vorm is het ook. „Hak zo’n enorm beeld maar eens uit in marmer.”
De carvers kregen de beschikking over 8,5 miljoen kilo zand, 600 vrachtwagenladingen. Zo’n 4 miljoen kilo daarvan is speciaal sculptuurzand, afkomstig uit de Maas. Werner: „Lang niet alle soorten zand zijn geschikt voor dit werk. Aan het strand ligt over het algemeen oud zand. Door de werking van eb en vloed is dat rond, en daarom voor ons onbruikbaar geworden. Vergelijk het met knikkers: daar kun je ook geen bouwwerk van maken. Wij gebruiken vooral het jonge rivierzand. Dat is hoekig, daar zijn blokjes mee te stapelen.”
Begonnen de kunstenaars pas twee weken geleden met de bouw van hun sculpturen, de voorbereidingen voor het festival startten al in april, zegt Marjon Katerberg, een van de artistiek leiders. „Veel tijd gaat er zitten in het uitzoeken van de verhalen. Want die moeten niet alleen bekend zijn, maar ook herkenbaar kunnen worden afgebeeld. Mensen moeten in één oogopslag zien: dit is David die voor de ark uit danst. En dit is de ark des verbonds. Dat kost studie.”
Vervolgens werden de tekeningen gemaakt. Veel meer dan schetsen zijn het niet. „Het meeste laten we over aan de creativiteit van de kunstenaars.”
Het resultaat van alle inspanningen is inmiddels voor een groot deel zichtbaar. Het merendeel van de 26 sculpturen is af, andere wachten nog op hun voltooiing. Carvers en hun assistenten zijn volop in de weer. Gewapend met mallen, schoppen, stucspanen, plantenspuiten, kwasten, mesjes in uiteenlopende maten en roskammen -hun ’tools’- bewerken ze de enorme zandmassa’s.
Ongenaakbaar staat hij daar, de Toren van Babel, in al zijn gedetailleerdheid. De val van Jericho’s muur is iets grover uitgebeeld. Hoogtepunt, in letterlijke zin althans, is de aankondiging van de geboorte van Jezus. „Een 12 meter hoge kerstkaart”, wijst Katerberg. Boven Bethlehems stal zweven engelen.
De afronding van de zanderige kunststukken lijkt een race tegen de klok te worden. Morgen -het bijbelse sabbatsgebod nemen de organisatoren van ”De Bijbel in beeld” niet erg serieus- moeten de sculpturen klaar zijn.
Het evenement opent zaterdag zijn poorten; 1 september gaan ze weer dicht. Volwassenen kunnen voor 7 euro naar binnen; voor kinderen van 5 t/m 11 jaar moet 3 euro worden neergeteld, kinderen onder die leeftijd zijn gratis. Gehandicapten betalen 6 euro. Naar verwachting komen er tussen de 150.000 en 250.000 bezoekers.
Bij het ontwerpen van de sculpturen is, zegt Marjon Katerberg, met de grootste voorzichtigheid te werk gegaan. „Er zijn heel wat discussies gevoerd over de vraag wat nu wel en niet kan. Neem het scheppingsverhaal. Een van de deelnemers merkte daarbij op dat de Bijbel verbiedt God af te beelden. Daarom hebben we nu een schilderstuk van de beroemde kunstenaar Michelangelo als voorbeeld genomen.”
In orthodox-protestantse kring bestaan ook grote bezwaren tegen het afbeelden van de Heere Jezus of van engelen.
„We hebben ons dat goed gerealiseerd. En omdat ik zelf gereformeerd ben opgevoed -ik kom uit Benthuizen- kan ik me bij die bezwaren ook wel iets voorstellen. Toch hebben we besloten Jezus en de engelen wél uit te beelden. Al is het alleen maar omdat ze zo’n grote plaats innemen in de Bijbel. Daar komt bij dat rooms-katholieken er geen moeite mee hebben.
We willen absoluut geen mensen kwetsen. Bij het Laatste Avondmaal bijvoorbeeld zijn we heel zorgvuldig te werk gegaan. IJkpunt voor mij waren m’n schoonouders, die zelf het Reformatorisch Dagblad lezen. En echt: die staan te springen om te komen kijken.”