Vernedering
Wanneer Christus dit spreekwoordelijke gezegde hier gebruikt, geeft Hij daarmee te kennen dat eenieder die zich als die Farizeeër uit de voorgaande gelijkenis verhoogt, door de wet zal worden beschuldigd. Hij zal met zijn ingebeelde gerechtigheid door God verworpen worden. Hij zal in de hel neergestoten worden en in het gezelschap van de duivelen en alle rampzaligen de eeuwige toorn van God moeten dragen „Want God wederstaat de hoovaardige.”Maar wie zichzelf vernedert, zijn zonden met droefheid en schaamte voor de Heere belijdt en erkent dat hij de tijdelijke en de eeuwige straf heeft verdiend, en alle genade onwaardig is, die zal verhoogd worden. Hij zal dan van God uit genade vergeving van zonden ontvangen en worden vrijgesproken van de vloek van de wet. Hij zal door God worden aangenomen tot een kind, versierd met Zijn beeld. Hij schenkt hem Zijn genadegoederen en eindelijk zal Hij hem opnemen in de hemel, om in gezelschap van de heilige engelen en alle heiligen een eeuwige heerlijkheid en gelukzaligheid te genieten.
In deze tekst overtuigt de Heere Jezus de mensen dat wie zichzelf verhoogt, vernederd zal worden en wie zichzelf vernedert, zal worden verhoogd.
Jesajas Hillenius, predikant in Drachten (Keurstoffen, 1756)