De nieuwe scantechniek maakt zenuwwortels zichtbaar die niet met het ruggenmerg verbonden zijn. Transplantatie van deze zenuwen om de verbinding te herstellen is dan zinloos, zo blijkt uit onderzoek van de kinderneurochirurg Pim van Ouwerkerk waarop hij donderdag promoveert aan de Vrije Universiteit.In Nederland worden jaarlijks tussen de 600 en 800 kinderen geboren met zogenaamd plexus brachialisletsel. Bij deze kinderen is de zenuwverbinding die van het ruggenmerg naar de schouder loopt, gescheurd of uit het ruggenmerg losgeraakt. Dit letsel kan bij een moeilijke geboorte ontstaan.

Kinderen met plexus brachialisletsel hebben een verlamde schouder en arm. In 80 procent van de gevallen herstelt de verlamming spontaan.

Is dit niet het geval, dan is een ingewikkelde neurologische operatie op de leeftijd van vier maanden noodzakelijk. Hierbij verbindt de neurochirurg de uit elkaar gescheurde zenuweinden door middel van een transplantatie. Deze behandeling is alleen succesvol indien de zenuw aan het ruggenmerg verbonden is. Met de tot nu toe beschikbare onderzoekstechnieken was dit niet altijd goed te zien.

De nieuwe beeldtechniek (3D-CISS-MRI) maakt de zenuwwortels in het ruggenmerg wel goed zichtbaar. Het scanbeeld levert hierdoor meer zekerheid dat de zenuw succesvol gebruikt kan worden voor reconstructie van beschadigde zenuwverbindingen. Zinloze transplantaties kunnen hiermee voorkomen worden.

De nieuwe techniek is in het VU medisch centrum in Amsterdam ontwikkeld.

Verder heeft Van Ouwerkerk onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van een nieuwe methode voor het verwijderen van de kuitzenuw. Deze zenuw van het patiëntje zelf wordt bij de transplantatie in de schouder gebruikt. De tot nu toe gebruikte methode leverde littekens op die lopen van de knieholte naar de kuit. Met de nieuwe methode, vergelijkbaar met een kijkoperatie, kunnen deze vermeden worden en ontstaan drie littekens van 2 centimeter.