Minister Peijs (Verkeer) is het daarover eens geworden met de Belgische staatssecretaris Tuybens (Overheidsbedrijven). Zij schetste woensdag in een brief aan de Tweede Kamer de gekozen aanpak die moet leiden tot de heropening van de lijn. Vorig jaar bepaalde het Hof van Arbitrage in Den Haag dat Nederland daaraan moet meebetalen.ProRail gaat naast nieuwe kostenramingen ook een nieuw ontwerp van het Nederlandse deel van de lijn maken. Dat is volgens de minister nodig omdat beide dateren van rond 2001. De Belgische infrabeheerder Infrabel zal meekijken bij het werk.

ProRail en Infrabel zullen verder de vervoersaantallen van de IJzeren Rijn uit 1997 die tot nu toe zijn gehanteerd, te weten 43 goederentreinen per etmaal in 2020, actualiseren.

Deze werkzaamheden zullen volgens schattingen van ProRail twaalf tot achttien maanden duren. De resultaten zijn bedoeld voor een commissie van onafhankelijke deskundigen, die het Arbitragehof had geëist en waarvoor Nederland en België elk twee experts leveren. De commissie moet een advies uitbrengen over de feitelijke kostenverdeling tussen de twee landen.

De minister vermeldt nog dat België de onderzoeken van ProRail en Infrabel voorfinanciert. Zij had daarop aangedrongen omdat Nederland tot nu toe al ongeveer 16 miljoen euro in onderzoeken naar de modernisering van de IJzeren Rijn heeft gestoken.

De Belgische bewindsman had eerder dit jaar zijn onvrede over Nederlandse vertragingstactieken bij het reactiveren van de lijn geventileerd. „Het doet mij deugd”, schrijft minister Peijs, „dat beide landen in dit dossier nu (weer) gezamenlijk optrekken (…).”

Wel heeft zij Tuybens laten weten dat Nederland niet meewerkt aan een tijdelijke, beperkte ingebruikname van de historische IJzeren Rijn, waarop de Belgen vlassen. Deze lijn is omstreden omdat de rails door een natuurgebied, de Meinweg bij Roermond, lopen.