„Godsdienstvrijheid in Eritrea kan beter”
DEN HAAG - De godsdienstvrijheid in Eritrea kan veel beter. Dat stellen de onderzoekers Cees Flinterman, Jan ter Laak en Forough Nayeri in een onderzoeksrapport dat dinsdag is aangeboden aan de Tweede Kamer.
De onderzoekers bezochten Eritrea deze zomer. Het land in de hoorn van Afrika houdt „politieke dissidenten” onder zware omstandigheden vast. Het regime van president Afwerki heeft volgens diverse mensenrechtenorganisaties -waaronder Amnesty International en stichting Open Doors- ruim 1750 christenen opgesloten in zeecontainers, kerkers en militaire strafkampen.In Eritrea zijn sinds mei 2002 vier religieuze stromingen toegestaan: de Soefi-islam, de Lutherse Kerk, de Rooms-Katholieke Kerk en de Eritrees-Orthodoxe Kerk. Volgens de onderzoekers zitten vooral evangelische christenen vast, evenals mensen uit de officiële kerken die „vernieuwingsgezind” zouden zijn.
De onderzoekers melden verder dat de Eritrese overheid zich speciaal op jongeren richt. Ze worden aangepakt als ze veranderingen voorstaan en zich niet conformeren aan de eisen van de staat. „In de ogen van de overheid zijn dienstplicht en lijden onmisbare elementen in de vorming van het Eritrese karakter”, aldus het rapport.