Visum
Iedereen vergat dat de huidige paus -toen nog kardinaal Ratzinger- in september 2001 overwoog te stoppen als aartsbisschop van München.
Niemand denkt meer aan de berging van de Russische kernonderzeeër Koersk. Maar wat op de elfde september in New York gebeurde, staat onuitwisbaar in veler geheugen gegrift. Heus niet alleen omdat de Amerikaanse president Bush gisteren een krans legde op de plek waar ooit de torens van het World Trade Center stonden. Maar vooral omdat vanaf dat ogenblik bij velen de vrees voor islamitische fanatici definitief vorm kreeg.Parlementaire kritiek op het verstrekken van een visum aan de Pakistaanse moslimgeestelijke Mohammed Anas Noorani Siddiqui was dan ook voorspelbaar. De imam behoort tot de radicaalislamitische partij Jamiat Ulema Pakistan. Dat simpele feit is echter niet voldoende om hem de toegang tot Nederland te weigeren. Minister van Justitie Donner sluit een man die geen strafbare uitlatingen doet niet zomaar buiten. Niet iemands denkbeelden, maar zijn uitingen in woorden en daden vormen nu eenmaal de norm voor beoordeling.
Het was opmerkelijk dat iemand als Siddiqui gisteren in de Taibahmoskee te Amsterdam alle moslims ter wereld ertoe opriep vriendelijk en beleefd te zijn. In januari verschenen spotprenten over de grondlegger van de islam in de Deense krant Jyllands-Posten. Het is aannemelijk dat Siddiqui toen mede aan de wieg stond van de felle antiwesterse protesten in Pakistan. En dat hij emotioneel het doodvonnis heeft geëist van alle lasteraars van de profeet. Het lijkt erop dat zijn woorden in de Taibahmoskee haaks staan op de toen getoonde denkbeelden.
Donner heeft inmiddels geantwoord dat de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) de moslimgeestelijke tijdens diens verblijf in ons land scherp in de gaten houdt. Dat is natuurlijk aardig. Maar zulke controle valt vol te houden tijdens voor publiek toegankelijke meetings. Wat Mohammed achter gesloten deuren zegt, valt heel moeilijk na te gaan. En de veronderstelling dat er in besloten bijeenkomsten andere dan alleen ’lieve’ geluiden klinken, behelst niet zomaar een gemene verdachtmaking. Ze sluit aan bij de realiteit.
Iemand hoeft werkelijk geen islamhater te zijn om te constateren dat de Koran vechtersbazen handvatten biedt voor geweld. De negende soera beschrijft de bepalingen over met ongelovigen in Mekka gesloten overeenkomsten. En dan gaat het over de plicht om mensen die niet in Allah geloven een pijnlijke bestraffing te geven. Maar als de termijn van ”het verbond” is verstreken, verdienen ongelovigen de dood. Degelijke passages zijn ook in soera 47 te vinden.
Natuurlijk mag een moslim daartegenin brengen dat het volk Israël zich in het Oude Testament ook niet altijd zo menslievend gedroeg. Dat is waar. Denk alleen maar aan de verovering van Kanaän. Toch bevat de Bijbel, en vooral het Nieuwe Testament, relatief veel voorschriften over goed en vooral eerlijk gedrag ten aanzien van medemensen die niet in God geloven. De liefde is in Gods Woord veel meer dan in de Koran een centrale notie. Maar tegelijk mag dit element -dat van de liefde- niet fungeren als voorwendsel om de waakzaamheid tegen terrorisme te laten verslappen.
Daarbij moet overigens duidelijk zijn dat niemand de islam zonder meer mag vereenzelvigen met terrorisme. Er zijn talloze vredelievende moslims. Gelukkig vormt het een uitzondering als moslims tot geweld oproepende passages in de Koran gebruiken. Maar dat mag de ogen niet doen sluiten voor de werkelijkheid. Een discussie over het visum van Mohammed Anas Noorani Siddiqui is dan ook zonder meer zinvol. Juist met het oog op misdaad is er immers sprake van een strikt beleid rond het verstrekken van visa.