Vanwege de aanhoudende wetteloosheid in Somalië is het risico van piratenaanvallen in de kustwateren van dat land omgeslagen van „een mogelijkheid naar een zekerheid”, aldus het Piraterijmeldcentrum in het eerste rapport over het eerste halfjaar van 2002.

In de Indonesische wateren kwamen tussen januari en juli de meeste aanvallen voor, 44 van de 171 aanvallen wereldwijd. In dezelfde periode vorig jaar werden 165 aanvallen gemeld. In de eerste zes maanden van 2002 kwamen zes bemanningsleden om het leven, vier in Indonesische wateren. Nog eens 21 mensen raakten gewond en 23 bemanningsleden worden vermist.

Het aantal piratenaanvallen in India en Bangladesh daalde licht, maar het blijven er meer dan in andere landen. India meldde twaalf aanvallen, één minder dan in het eerste halfjaar van 2001. In de wateren van Bangladesh hadden elf aanvallen plaats; vorig jaar waren dat er vijftien.

Volgens het rapport werden veertien schepen met hun bemanningen na een aanval in gijzeling genomen om de eigenaar geld af te persen. Dat is twee meer dan in dezelfde periode vorig jaar.

In de meeste gevallen roven piraten, die vaak eenvoudige wapens als messen en pistolen bij zich hebben, de lading of de bezittingen van de bemanning. De meest aangevallen schepen zijn bulkschepen, tankers en schepen die algemene lading vervoeren.

In de wateren nabij Somalië heeft het aantal aanvallen de eerste zes maanden van dit jaar al het niveau van heel 2001 bereikt. Het Piraterijmeldcentrum adviseert schepen zeker 50 zeemijl (zo’n 100 kilometer) uit de kust te blijven. Gewapende milities die in het verleden om delen van het land streden, hebben hun activiteiten naar zee verlegd en beroven schepen en nemen bemanningen in gijzeling, aldus het centrum. „Elk schip dat langzaam gaat varen of dicht bij de kust stil ligt, krijgt bezoek van deze bendes, die erin zijn geslaagd reders aanzienlijke sommen geld af te persen”, aldus het rapport.