„De scheiding valt bij Christus”
In zijn beleving was hij „als de duif uit de ark van Noach.” Nergens kon de prediker rust vinden. „Eindelijk”, zo beschreef Spurgeon zijn bekering later, „ontdekte ik de ark. En ik dacht dat ik er meteen heen wilde vliegen. Maar m’n vleugels werden slap; het werd me onmogelijk. Voor eeuwig zou ik zijn omgekomen als God Zelf het in Zijn voorzienigheid niet zó had beschikt dat ik, juist toen dat dreigde te gebeuren, het dek van de ark onder me zag komen. Iemand greep me vast en zei: Ik heb u liefgehad met een eeuwige liefde.”
Dát is nu het Evangelie, zei ds. A. A. Egas uit Urk woensdag op de jaarlijkse zendings- en ontmoetingsdag in Elspeet. „Alleen Christus kan u redden. En Hij is vandaag in ons midden als Eén Die dient. Laat alles van uzelf dan maar los en laat u vallen in de eeuwige armen van Christus.”
Want daar komt het in het leven op aan, zo hield de christelijke gereformeerde predikant de aanwezigen naar aanleiding van Romeinen 6 vers 15-23 voor. „Er staat zo: door Jezus Christus, ónze Heere. Maar is Hij ook uw Heere? Je mag de kerk niet verlaten als je dat niet weet. Val Hem dan maar heilig lastig: Heere, nu heb ik gehoord dat ik vol onreinheid en ongerechtigheid ben, en dat ik op de rand van de hel lig. Maar nu heb ik ook gehoord dat er nog een genadegift te verkrijgen is. Heere, red dan toch mijn arme ziel. En: één blik op het kruis van Christus en je ziel zal leven.”
Voorafgaand aan ds. Egas had de Veenendaalse predikant ds. N. P. J. Kleiberg gesproken. Uitgangspunt van zijn meditatie was Hooglied 5. „Sulammith, de in zichzelf zwarte bruid, mag weten hoe ze is opgezocht door koning Salomo zelf. Onbevattelijk, ze krijgt straks een plaats in zijn paleis. De dochters van Jeruzalem begrijpen haar niet. Wat is uw Liefste meer dan een andere liefste, o gij schoonste onder de vrouwen? vragen ze. Maar dan roept ze het uit: Zulk een is mijn Liefste, ja zulk een is mijn Vriend, gij dochters van Jeruzalem.”
Kunt u dat nu ook zeggen? vroeg ds. Kleiberg. „Als ze u vragen wat er zo bijzonder is aan Christus, welk antwoord geeft u dan? Laten we maar eerlijk zijn: als de Heere Zelf ons niet overtuigt, hoe zouden we Hem dan kunnen aanprijzen? Hij moet de liefde in het hart wekken. Maar dan zullen we ook, net als Sulammith, elk detail van Hem aanwijzen en zeggen: Al wat aan Hem is, is gans begeerlijk.”
Ds. D. Heemskerk uit Garderen sprak over Lukas 8 vers 4-15, de gelijkenis van het zaad. „Wat is nu een zaad? Het is zo heel klein. Toch komen er aren uit voort. Zo is het ook met het Woord Gods. De Bijbel spreekt over de dwaasheid der prediking. Maar het is dat verachtelijke middel waardoor de Heere mensen bekendmaakt met de diepte van hun zonde en schuld aan de ene kant en de Persoon van de Middelaar aan de andere kant.”
Alle „verbondsautomatisme” kan in het licht van deze geschiedenis niet bestaan, zei de hervormde predikant. „De meeste mensen gingen heen. Het Woord -de volle raad Gods- deed geen kracht in hen. En dat ondanks dat het met gulle hand werd gestrooid. Maar de vogelen pikten het op. Opmerkelijk trouwens: de duivel heeft hier geen allerverschrikkelijkste gestalte. Vogelen des hemels, zegt de Schrift.”
De voetstappen van Christus worden steeds luider gehoord, stelde de laatste spreker, ds. L. M. Jongejan uit Oldebroek. Als tekst had hij genomen Openbaring 22 vers 3: „En geen vervloeking zal er meer tegen iemand zijn…”
Ds. Jongejan: „Natuurlijk, het Evangelie moet worden gepredikt onder de heidenen. Maar hoe zit het nu met u? Wat dunkt ú van de Christus? Want bij Hem valt de scheiding. En het is waar: slechts door genade en verkiezing worden mensen zalig. Maar tegelijk is daar de roeping Gods, die tot u komt in al haar welmenendheid: Wie is slecht? Hij kere zich herwaarts. Wie het bloed van Christus vertreedt, gaat verloren, al heeft hij nog zo veel schoonschijnende argumenten om zich niet te bekeren.”
