Kerk & religie

„Dode Zeerollen niet van Essenen”

JERUZALEM - Qumran was geen nederzetting van de Essenen maar een pottenbakkerij. De Dode Zeerollen hebben dan ook niets te maken met de strenge joodse sekte die in het verlaten oord aan de zoutzee zou hebben gewoond.

Van onze correspondent
8 September 2006 19:14Gewijzigd op 14 November 2020 04:05
JERUZALEM– De Israëlische archeoloog Yitzhak Magen verrichtte opgravingen in de nederzettingen van Qumran. Hij concludeert onder meer dat de Dode Zeerollen, die zijn gevonden in grotten in de buurt van de zoutzee, niet afkomstig zijn van de joodse sekt
JERUZALEM– De Israëlische archeoloog Yitzhak Magen verrichtte opgravingen in de nederzettingen van Qumran. Hij concludeert onder meer dat de Dode Zeerollen, die zijn gevonden in grotten in de buurt van de zoutzee, niet afkomstig zijn van de joodse sekt

Tot deze verstrekkende conclusie komt Yitzhak Magen, hoofd van de afdeling archeologie in Judea en Samaria van de Israëlische Oudheidkundige Dienst. Hij verrichtte in 1993 en 2004 opgravingen in Qumran. Dat meldt het tijdschrift ”Biblical Archaeological Review” (BAR).De meeste wetenschappers gaan ervan uit dat er in Qumran aan de noordwestelijke oevers van de Dode Zee 2000 jaar geleden een religieuze sekte woonde, die mogelijk behoorde tot de Essenen. De beweging ontstond in de tweede eeuw voor Christus en hield er strenge leefregels op na.

Waarschijnlijk vestigde de sekte zich in Qumran om aan vervolgingen van de zijde van de Sadduceeën in Jeruzalem te ontsnappen. Ze zouden daar een bibliotheek en een scriptorium hebben gehad, waar ze nieuwe rollen schreven. In 68 na Christus, tijdens de eerste joodse opstand tegen de Romeinen, werd de nederzetting verwoest. De sektariërs hebben volgens de gangbare hypothese de manuscripten in grotten in de buurt verborgen tegen de oprukkende Romeinen.

In 1947 vonden bedoeïenen en later archeologen de rollen in grotten in de buurt van de Dode Zee. De rollen en rolfragmenten worden tegenwoordig bewaard in het ”Heiligdom van het Boek” en het Rockefeller Museum in Jeruzalem. Het betreft Bijbelse, apocriefe en sektarische geschriften uit de periode van de derde eeuw voor Christus tot de eerste eeuw na Christus in het Hebreeuws, Aramees en Grieks. Ze behoren tot de belangrijkste archeologische vondsten in de twintigste eeuw en wierpen nieuw licht op de joodse geschiedenis.

Magen zegt in een rapport dat door uitgeverij Brill in Leiden is gepubliceerd in het boek ”The Site of the Dead Sea Scrolls: Archaeological Interpretations and Debates” (”De Plaats van de Dode Zeerollen: archeologische interpretaties en debatten”), dat vorige onderzoekers hun vondsten altijd interpreteerden in het licht van de veronderstelling dat in Qumran de Essenen woonden. Dat gold volgens hem ook als de vondsten niet strookten met de vroegere aanwezigheid van een sekte.

Het enige bijzondere van Qumran is volgens Magen dat het water dat via de nauwe passen in de bergen naar de nederzetting vloeide, veel klei meevoerde. De klei zakte naar de bodem in speciale opvangbakken, waar dagelijks drie ton klei uit kon worden geoogst. De klei diende als grondstof voor de pottenindustrie in Qumran. De vele ovens, de munten en het aardewerk bevestigen volgens hem de theorie dat er potten werden geproduceerd.

In de periode van de Hasmoneeën, de tweede en de eerste eeuw voor Christus, bouwden de joden in Qumran een militaire vesting. Deze was bedoeld om de joodse staat te beschermen tegen aanvallen van de Nabateeërs in het oosten. Het fort diende als buitenpost van een groter militair bolwerk in de buurt.

Toen de Romeinen in 63 voor Christus de joodse staat binnentrokken, was het bolwerk niet langer nodig. Qumran veranderde in een pottenbakkerij, waar mogelijk ook een deel van de soldaten die het fort bewoonden aan de slag gingen. De theorie dat Qumran eerst een fort was en daarna een pottenbakkerij werd, verklaart ook dat de meeste van de 3500 graven in Qumran van mannen waren. Vrouwen hadden er niets te zoeken.

Hoe kwamen de Dode Zeerollen dan in de grotten rondom Qumran terecht? Volgens de archeoloog waren ze afkomstig uit talrijke bibliotheken van diverse joodse groepen binnen en buiten Jeruzalem. De joden namen ze mee toen ze vluchtten tijdens de opstand tegen de Romeinen in 66 tot 70. Sommigen verborgen de manuscripten 1 kilometer vóór Qumran, anderen kozen voor een plek dichtbij. Bij de pottenbakkerij kochten de vluchtelingen kruiken om ze daarin te bewaren.

Toch blijven volgens BAR enkele vragen onbeantwoord. Magen geeft geen verklaring voor de ’inktpotten’ die in Qumran zijn gevonden. Deze zouden door de Essenen zijn gebruikt bij het schrijven van de boekrollen.

Een groter probleem lijkt dat de Romeinse geleerde Plinius de Oudere schrijft dat er een nederzetting van de Essenen bestond aan de westzijde van de Dode Zee. Veertig jaar geleden schreef de belangrijke Dode Zeerollenspecialist Frank Cross al dat als Qumran geen nederzetting van de Essenen was, er ergens anders sporen van een Esseense nederzetting zouden moeten zijn.

Al eerder hebben wetenschappers twijfels geuit over de theorie dat er in Qumran een sekte van de Essenen woonde. De meeste geleerden hielden toch aan de gangbare uitleg vast. BAR verwacht dat er een hevige discussie zal losbranden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer