De stichting wil dat alle twaalf boogbruggen in Nederland een monumentenstatus krijgen. Vooralsnog voelt het ministerie van OCW daar niets voor, maar er is nog geen onherroepelijk besluit genomen. De stichting stapte daarom onmiddellijk naar de voorzieningenrechter toen Rijkswaterstaat in augustus de sloop van de brug bij Zaltbommel hervatte. De dienst heeft het werk twee weken geleden overigens weer stilgelegd, in afwachting van de beslissing in het geding.De brug bij Zaltbommel, veelbezongen in poëzie en liedjes, is al tien jaar buiten gebruik. Naast de boogbrug ligt de nieuwe Martinus Nijhoffbrug. Volgens Rijkswaterstaat vormt de oude een gevaar voor de scheepvaart, omdat hij afbrokkelt. Onderhoud eraan kost zes tot zeven ton per jaar, stelt de dienst, en dat is weggegooid geld nu de brug buiten gebruik is.

Rijkswaterstaat begon in maart al met de sloop, die ongeveer vijf miljoen euro kost. Sindsdien is het werk door juridisch geharrewar al diverse malen stilgelegd en hervat. De voorzieningenrechter heeft vrijdag bepaald dat nu Rijkswaterstaat weer naar de rechter moet stappen om een uitspraak te krijgen over zijn zienswijze, die inhoudt dat de sloop door kan gaan. In die aan te spannen rechtszaak komt voor het eerst de interpretatie van de Monumentenwet uit 1988 aan de orde.