Grond
Wat is er een vaste grond voor uw hoop, o verlegen zondaar! Indien wij deze verklaring mogen geloven en op deze grondslag bouwen, wat kan ons dan hinderen? Wie kan ons dan beletten dat deze hoop ons verheft en ons doet schitteren als de zon in haar middagglans?Ja gelovige, dit komt u toe, dit is uw voorrecht. Die sterke vertroosting, welke de Heere, zo vol van genade, wil schenken. Ze is ook voor hen die reeds de toevlucht namen en ook voor hen die thans nog de toevlucht nemen tot Jezus, de voorgestelde Schuilplaats. De onveranderlijkheid van Gods raad en de onfeilbaarheid van Gods belofte en de plechtigheid van Gods eed zijn de waarborgen die hun geluk verzekeren.
Wilt u nog verder overtuigd worden dat de koninklijke profeet, de wet, gestorven is? Zie de beschrijving die de psalmist geeft van een welgelukzalig mens. Overweeg die toch. Van niemand kan gezegd worden dat hij gelukzalig is, dan van hem die vergeving van zonde heeft ontvangen en met God is verzoend. Dit is het nu juist wat de dichter te kennen geeft. Zolang een mens zijn zonden niet zijn vergeven en hij bij God nog niet is aangenomen, ligt hij onder de vloek en staat hij bloot aan de goddelijke wraak.
Abraham Booth, predikant te Londen (Verloochening van eigen gerechtigheid, 1775)