Beveiligingsbeambten troffen de Utrechter in de vroege ochtenduren van 24 mei 2001 met het ontzielde lichaam van de prostituee aan in het Moreelsepark naast winkelcentrum Hoog Catherijne. Volgens P. had hij haar de keel dicht geknepen omdat ze niet wilde instemmen met seks.

Nadat de ruzie was bijgelegd, hadden ze alsnog geslachtsgemeenschap gehad in het park, aldus de man. Naar zijn zeggen leefde de vrouw op dat moment nog, maar was ze na de daad blijven liggen. Ze bleek overleden.

Door het dichtknijpen van de keel nam de Utrechter bewust het risico dat de prostituee zou kunnen overlijden, aldus de rechtbank. Ook bij de verkrachting en de twee pogingen daartoe had de verdachte vorig jaar zijn slachtoffers gewurgd, maar zonder fatale gevolgen.

De man had er volgens de rechtbank niet op mogen vertrouwen dat het altijd goed af zou lopen. Ze vond niet bewezen dat hij de prostituee die hij doodde ook heeft verkracht. Hij werd tevens vrijgesproken van de verkrachting van een prostituee in 1999.

Tegen de Utrechter was naast twaalf jaar gevangenisstraf ook TBS met dwangverpleging geëist, maar de rechtbank legde die maatregel niet op. Gedragsdeskundigen hebben geen duidelijk beeld kunnen vormen van de geestestoestand van de man, omdat hij in het Pieter Baan Centrum in Utrecht niet meewerkte aan het onderzoek.