D66: Snel debat over bijzonder onderwijs
DEN HAAG - De Kamerleden Lambrechts (D66) en Hamer (PvdA) komen versneld met een initiatiefwet om het bijzonder onderwijs te dwingen het toelatingsbeleid van leerlingen te versoepelen.
Lambrechts kondigde dat woensdagmorgen aan als reactie op de antwoorden van minister Van der Hoeven van Onderwijs op Kamervragen van haar en SP’er Kant over de afwijzing van een student uit Veenendaal door het Hoornbeeck College.Het D66-Kamerlid wil de initiatiefwet nog voor de verkiezingen aan de orde stellen. Het is overigens zeer twijfelachtig of dat zal gebeuren, omdat andere fracties zich daar waarschijnlijk tegen zullen verzetten.
Minister Van der Hoeven verklaarde dinsdag dat het Hoornbeeck College een toelatingsbeleid mag voeren dat steunt op de eigen uitleg die de school geeft aan zijn toelatingseisen van religieuze aard. De overheid mag zich daar niet mee bemoeien.
Volgens de minister kan in de wet „enige beperking worden gegeven” aan de mate waarin toelatingseisen kunnen worden gesteld. Zo is in de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) vastgelegd dat voor de toelating tot assistentopleidingen en basisberoepsopleidingen alleen kan worden geëist dat de grondslag van de instelling wordt gerespecteerd. De drempel voor deze studies is laag gehouden om leerlingen de gelegenheid te geven een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt te behalen. De afgewezen student vroeg echter toelating tot een opleiding op een hoger niveau, waarvoor de toelatingscriteria wel gelden.
De toelating „is en blijft een beslissing van een individueel schoolbestuur. De rechter beslist of de toelatingseisen voldoende specifiek zijn geformuleerd en consequent zijn toegepast. Ik acht het daarom niet noodzakelijk om de wet op dit punt aan te passen”, schrijft de bewindsvrouw.
Lambrechts zegt „heel ongelukkig” met de antwoorden te zijn. „De minister heeft geen enkele ambitie om de regelgeving te veranderen. Wij dachten dat we het alleen over het primair en voortgezet onderwijs moesten hebben en dat het voor het middelbaar beroepsonderwijs goed geregeld was, maar dat blijkt anders te zijn.”
Het Hoornbeeck College werd door de rechter in het gelijk gesteld. Inmiddels zijn de ouders in hoger beroep gegaan.
Van der Hoeven ontkent dat de leerling alleen vanwege televisiebezit en ongefilterd internet afgewezen is. De school stelde de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor toerusting en vorming van de jongeren alleen te kunnen nemen als er voldoende overeenstemming op wezenlijke punten bestaat.
Een van die punten is de visie op medezeggenschap. Kamerlid Kant (SP) vreest dat het weren van ouders die positief staan tegenover een medezeggenschapsraad, tot gevolg kan hebben dat twee derde van de ouders instemt met beperking van de invloed van deze raad. Ze acht dat in strijd met de nieuwe Wet medezeggenschap op scholen.
De minister wijst er echter op dat deze wet bedoeld is voor het primair en voorgezet onderwijs. Voor het middelbaar beroepsonderwijs blijft de Wet medezeggenschap onderwijs uit 1992 voorlopig van toepassing. Wel wordt in overleg met de Mbo-raad een nieuwe medezeggenschapsregeling voorbereid. Over de inhoud daarvan kan de minister nog geen uitspraak doen.