Bedrijven onbekend met terreurrisico
AMSTERDAM (ANP) - Veel Nederlandse bedrijven zijn niet op de hoogte van de terreurrisico’s die ze lopen. Dat stelt de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb). De dienst werkt aan een adviesrapport voor het Nederlandse bedrijfsleven, dat eind dit jaar klaar moet zijn.
De NCTb inventariseerde de stand van zaken bij werkgeversorganisaties, belangenverenigingen en bedrijven zelf. Daaruit blijkt dat veel ondernemingen niet weten welke risico’s ze lopen bij een terroristische dreiging. Volgens de NCTb hebben veel bedrijven behoefte aan duidelijkheid over hoe hiermee om te gaan.De NCTb coördineert de samenwerking van ongeveer twintig Nederlandse instanties die zich bezighouden met de bestrijding van terrorisme, waaronder de politie, de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en de marechaussee. Eerder al stelde de dienst een advies op voor Nederlandse gemeenten.
Bedrijven kunnen volgens de NCTb op verschillende manieren bij terrorisme betrokken raken. „Ze kunnen doelwit zijn of naast een doelwit gevestigd zijn. Ook kan het zijn dat ze economisch slachtoffer worden van radicalisering”, aldus een woordvoerder.
Om risico’s het hoofd te bieden, moeten bedrijven zelf investeren. „De overheid licht bedrijven goed in en stelt daarvoor geld beschikbaar. De kosten van de maatregelen zijn voor rekening van de bedrijven”, aldus de NCTb.
Als het gaat om veiligheid loopt het Nederlandse bedrijfsleven achter bij de omringende landen en bij de Verenigde Staten, aldus commercieel directeur Richard Franken van Trigion, een van de grotere beveiligers van Nederland.
„Heel kort na de aanslagen in Amerika zag je een opleving. Het was vooral ”windowdressing”’, waarbij grote bedrijven een mannetje extra op het parkeerterrein zetten. Maar het ebde al snel weg”, aldus Franken.
Tegenwoordig hebben ondernemingen in de zogenoemde vitale sectoren, waarvoor ongeveer een kwart van het Trigionpersoneel werkt, best wat geld over voor specifieke beveiligingsproducten. Franken: „Met name de vraag naar technische hulpmiddelen die meer kunnen, neemt toe. Dus bijvoorbeeld slimme camera’s die constateren dat een koffer onbewaakt achterblijft. Of irisscans bij datacentra.” Maar grote investeringen blijven toch achterwege, constateert hij. „Hier heerst toch een beetje de mentaliteit van: als het kalf verdronken is dempt men de put.”