Binnenland

„Er waart een spook rond in Rotterdam”

UTRECHT - Hij krijgt vijftien minuten van de Commissie Gelijke Behandeling om nog eens duidelijk te maken waarom hij van mening is dat de gemeente Rotterdam hem discrimineert. M. F. A. Enait -lange baard, zwart mutsje op en gekleed in een groene jurk- barst los. „Ich bin ein Rotterdammer.”

Ewout van der Staaij
5 September 2006 11:53Gewijzigd op 14 November 2020 04:04

Een onbekende voor de gemeente is Enait niet. Inmiddels is hij al meer dan een jaar lid van de cliëntenraad van de dienst sociale zaken en werkgelegenheid. Dat leidde vorig jaar al tot kritische vragen in de gemeenteraad aan het college. Mag iemand die vrouwen geen handen schudt wel deel uit maken van zo’n cliëntenraad, waarvan het merendeel vrouw is? Uit de beantwoording bleek toen dat zijn opstelling geen enkel probleem veroorzaakt.Het wordt echter een ander verhaal wanneer de man bij sociale zaken solliciteert als klantmanager. Dan krijgt Enait te horen dat hij niet kan worden aangenomen. De gemeente is bang dat zijn handel- en kleedwijze agressie bij cliënten kan oproepen. De man stapt daarop naar de Commissie Gelijke Behandeling wegens mogelijk verboden onderscheid op grond van zijn godsdienst én zijn geslacht. Want waarom worden vrouwen met hoofddoekjes wel aangenomen?

De gemeente en het hoofd van de afdeling personeel en organisatie dienen echter een tegenverzoek in. Want, zo sprak raadsman mr. S. A. Tan namens de gemeente gisteren tijdens de zitting, is er niet sprake van de „discriminerende gediscrimineerde”? En: „Onontkoombaar is de conclusie dat de wijze waarop de heer Enait zijn geloof belijdt onverenigbaar is met het gebod van gelijke behandeling van mannen en vrouwen.”

Fatsoensnormen
Het wordt heel stil tijdens de zitting als Enait zijn pleitnota mag voorlezen. Het is ook geen dor juridisch betoog dat hij uitspreekt, maar eerder een emotionele aanklacht tegen de samenleving. „Dit wordt het verhaal van: Gij zult handenschudden, op straffe van uitsluiting. Gij zult uw kleedwijze conformeren, op straffe van uitsluiting. Dit wordt het verhaal van: Uw fatsoensnormen zijn niet mijn fatsoensnormen. Waarom worden er bloemen in de knop gebroken? Waarom worden potentieel klinkende carrières afgebroken en prachtige reputaties vernietigd? Waarom wordt er gediscrimineerd?”

Door hem af te wijzen blijkt volgens de moslim uit niets dat de gemeente Rotterdam het ideaal van een plurale samenleving huldigt: „Er waart een spook rond in Rotterdam. Een spook dat onnodig wil polariseren, bevolkingsgroepen tegen elkaar wil uitspelen, uitgaat van een scherp wij-zijdenken, nieuwe ijzeren gordijnen en Berlijnse muren van onbegrip en intolerantie optrekt.”

Het is voor Enait wrang te moeten constateren dat „hij opbotst tegen deze nieuwe van cement en ijzer opgetrokken Berlijnse muren van islamofobie, xenofobie, uitsluiting en discriminatie in de stad die hij liefheeft, de alma parens waarin hij is opgegroeid en waarin hij is getogen. Juist in deze stad wordt verzoeker middels uitsluiting verbannen naar de uiterste ringen der duisternis; waar alleen gejammer en geknarsetand is.”

Man en vrouw
De raadsman van de gemeente, mr. Tan, vraagt zich echter af of het niet te ver voert om van een werkgever en zijn medewerkers te verwachten dat zij discriminatie gedogen. „Met als enige argument dat zij daarmee de discriminerende sollicitant niet belemmeren in het belijden van zijn geloof? Man en vrouw zijn gelijk. Ongelijke behandeling van mannen en vrouwen is verboden en moet worden bestreden.”

Enait krijgt nog een ongevraagd advies van Tan: „Zou het te ver voeren om iets van zijn principes te laten varen en daarmee te voorkomen dat hij anderen discrimineert? Het is aan hem te beslissen of hij de wijze waarop hij zijn geloof wenst te belijden aanpast of niet. Doet hij dat niet, dan moet hij accepteren dat die wijze hem beperkt in zijn mogelijkheden. De vrijheid van godsdienst gaat niet zo ver dat de belijdenis van die godsdienst de rechten en vrijheden van anderen mag aantasten.”

Ook doet Tan nog een opmerkelijke onthulling: „Als gevolg van voortschrijdend inzicht heeft Enait eind augustus per e-mail kenbaar gemaakt dat hij in het vervolg ook mannen de hand niet meer schudt, om zo het maken van verboden onderscheid te voorkomen.”

Kan Enait zich voorstellen dat sommige vrouwen schrikken als hij ze een hand weigert, wil commissielid mr. A. B. Terlouw nog weten. „Natuurlijk gebeurt dat wel eens. En op Schiphol word ik anders bejegend dan u. Maar ik krijg gelukkig ook veel adhesiebetuigingen. Er zijn ook vrouwen die zich door mij gecharmeerd en gevleid voelen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer