Verdachten terreur nog niet voor Britse rechter
LONDEN (AP) - Acht Britse moslims die verdacht worden van een complot om Amerikaanse lijntoestellen op een trans-Atlantische vlucht op te blazen, zullen waarschijnlijk pas in 2008 voor de rechter worden geleid.
Een van de aanklagers, Colin Gibbs, heeft dit maandag tijdens een korte zitting van de rechtbank gezegd.Geen van de acht, variërend in leeftijd van 19 tot 28 jaar, verzocht om vrijlating op borgsom. Zij waren niet zelf in de rechtszaal in het Londense Central Criminal Court aanwezig, maar werden in twee groepen van vier door een videocamera gefilmd in de instelling waarin zij in voorarrest worden vastgehouden. Zij worden verdacht van samenzwering tot moord en het treffen van voorbereidingen voor het plegen van terreurdaden.
Volgens de aanklagers waren zij van plan zo’n tien toestellen op te blazen. Er zitten in totaal vijftien personen in voorarrest, vijf anderen zijn vrijgelaten en tegen vijf loopt het vooronderzoek nog. De aanklagers hebben tot morgen de tijd deze laatste vijf te verhoren.
Het uitstel houdt in dat de details van de zaak tot 2008 geheim blijven, een gang van zaken die leidt tot kritiek van de zijde van advocaten van de verdachten en burgerrechtenactivisten. Hoewel details van de verdenkingen zijn gelekt, is er tot nu toe weinig naar buiten gekomen dat de aanvankelijke waarschuwing lijkt te staven dat er sprake was van plannen voor moord op ongekende schaal.
De lange duur van het voorarrest houdt ook in dat verdachten die uiteindelijk worden vrijgesproken, al die tijd voor niets zijn vastgehouden.
Gibbs zei dat het om een zeer ingewikkelde zaak gaat, waarbij veel bewijsstukken uit het buitenland moeten komen. Alleen al het onderzoek van de spullen die in de woningen van de verdachten zijn gevonden, zoals materiaal voor explosieven, computers, martelaarsvideo’s, documenten en telefoongegevens, kan verscheidene maanden vergen.
De aanklager zei dat de acht samen met drie anderen die van hetzelfde worden verdacht, gezamenlijk worden berecht. Vier anderen die met minder zware beschuldigingen worden geconfronteerd, worden waarschijnlijk afzonderlijk voorgeleid.